De Denderstreek krijgt in de toeristische sector minder weerklank dan de Vlaamse Ardennen en het Pajottenland. Landbouwers die willen diversifiëren, zullen ontdekken dat de omschakeling naar die sector niet evident is anno 2022. Dat horen we in ons gesprek met een landbouwerskoppel. We trekken naar de Ninoofse deelgemeente Meerbeke voor dit interview in onze weekendreeks rond toerisme, recreatie, vrije tijd en streekidentiteit in het Pajottenland, de Zennevallei en de Denderstreek.
Marc Van Valckenborgh en zijn echtgenote Marleen Bellemans baten al jaren een landbouwbedrijf uit in de Roesbeekhoeve, gelegen in het gelijknamige gehucht van Meerbeke, en op een steenworp van de grens met Vlaams-Brabant. 21 jaar geleden startten ze met hun bed and breakfast. Toen waren er weinig logiesaanbieders. Door de groei van het aantal gastenverblijven in de brede regio kwam er intussen een taxidienst en een weekendcafé bij. Van creatief ondernemen gesproken.
Dag Marc en Marleen, diversificatie in de landbouwwereld. Europa en de Vlaamse overheid reiken de landbouwsector vele ideeën aan om nieuwe activiteiten te ontplooien op het bedrijf. Jullie bedrijf is een voorbeeld van diversificatie. Hoe zijn jullie daartoe gekomen?
Marc Van Valckenborgh: “Ik ben als de jongste van negen kinderen opgegroeid hier op onze boerderij. De landbouwsector heeft het al jaren moeilijk. Op een bepaald moment hadden we ons gericht op de overname van een grote boerderij nabij Chimay. Aan die hoeve was ook een logiesuitbating verbonden en dat vonden we wel leuk. Ik hield wel in mijn achterhoofd dat we niet zeker waren dat de overstap naar Wallonië ook rendabel zou zijn, en ik wilde daarom ons bedrijf in Meerbeke niet verkopen. In geval van tegenslag konden we nog terugkeren. Zonder de verkoop in Meerbeke werd de overstap naar Chimay niet haalbaar. In die periode gingen we ook regelmatig op uitstap naar de Moezelvallei. Op een dag kwamen we terug uit Duitsland en lag er een uitnodiging van Toerisme Oost-Vlaanderen in de bus voor een infoavond rond ‘toeristische verblijven op de boerderij’. Dat was in 1999. Er waren maar twee koppels aanwezig die avond. Zo zie je dat de landbouwers in de Denderstreek er toen niet echt interesse in hadden.”
Marleen Bellemans: “We hebben de sprong gewaagd en openden in 2001 ons gastenverblijf. Hier kunnen 16 personen overnachten. Twee jaar later openden we ons weekendcafé. Het is een typisch volkscafeetje zoals je er vroeger veel had, en waar iedereen mekaar aanspreekt. De eerste 10 jaar was het druk in ons gastenverblijf. Vooral mensen die in de bouwsector werkten en zakenlui vonden de weg naar De Roesbeekhoeve. We werkten samen met een aantal partners uit de sector en stuurden bezoekers naar mekaar door als we volgeboekt waren. Ik spreek dan over Het Warandehof in Oetingen, Alsput in Halle en De Croone in Ninove. Er kwamen natuurlijk ook toeristen. Het aantal logiesaanbieders in de regio, vooral langs het Pajottenland is de jaren daarop fors toegenomen. Dat voelden we. We hebben nog goede samenwerking met de bedrijven van vroeger. Maar dat lukt niet met iedereen in de toerismesector.”
Marc Van Valckenborgh:
"De eerste 10 jaar was het druk in ons gastenverblijf. Vooral mensen die in de bouwsector werkten en zakenlui vonden de weg naar De Roesbeekhoeve."
Jullie kregen een zeer divers publiek over de vloer.
Marc: “Inderdaad. Poolse arbeiders hebben we meermaals ontvangen. Limburgse bouwvakkers bleven hier overnachten om niet elke dag de Ring rond Brussel te moeten trotseren. Mensen die voor hun werk overnachten zijn tevreden met een eenvoudige, verzorgde en nette kamer tegen een degelijke prijs. Die klanten komen terug. Op een dag reserveerden vier Italiaanse jonge dames voor een week. De tweede dag vroegen ze om negen maanden te blijven. Dat was ook voor hun werk. Je creëert met velen een goede band en dat brengt plezier in de job. Het voordeel is dat we onze gasten ook half pension aanbieden. Door ons minibusje bieden we ook bagagevervoer aan.”
Lees verder onder de foto.
Er kwamen dus meer logeermogelijkheden in de buurt. Daarop zijn jullie nog een nieuwe activiteit gaan ontwikkelen.
Marleen: “Juist. Daar zijn we eigenlijk, bij wijze van spreken, automatisch ingerold. Jonge renners die hier verbleven moesten worden opgehaald aan de luchthaven in Charleroi, en kort nadien vroeg men ons een aantal renners op te halen in West-Vlaanderen. We hebben dat van in het begin officieel aangepakt, zodat we nu nog een taxidienst hebben, met vooral luchthavenvervoer. Op vraag van de stad zorgden we tijdens de vaccinatieperiodes voor mensen die geen eigen vervoer hadden en brachten hen naar de vaccinatiepost in Ninove.”
Ninove is ingedeeld bij de toeristische regio Scheldeland. Terwijl de Schelde bijna 30 km van hier is.
Marc: “Toen we begonnen werden we ondergebracht bij de Vlaamse Ardennen en dat leverde veel bezoekers op. Nadien is dat Denderstreek geworden. Maar die streekwerking is snel afgevoerd. Intussen maken we deel uit van het Scheldeland. Wie naar de Schelde wil, komt niet logeren in Ninove. Dat is voor ons geen goede indeling. Zelfs in Denderleeuw en Aalst zijn logiesuitbaters niet gelukkig met ‘Scheldeland’. Wat ons betreft mag Ninove opnieuw aansluiting zoeken bij de Vlaamse Ardennen. Dat is voor een koersliefhebber en een geoefende fietser ook een logische streekindeling.”
Marleen Bellemans:
"Bij onze huidige gasten zijn er veel die het Pajottenland intrekken. In de winter komen ze wandelen en in de zomer is dat fietsen."
Uit welke regio’s komen de toeristen naar de Roesbeekhoeve?
Marleen: “Uit alle Vlaamse streken, van de kust tot de Maasvlakte. Vanuit Wallonië krijgen we geen bezoekers, wel van de andere zijde van Brussel. Die mensen kennen deze streek niet. In de eerste jaren ontvingen we vooral fietsende Nederlanders en bedevaarders op weg naar Compostella. De Roesbeekhoeve staat in het routeboekje. Bij onze huidige gasten zijn er veel die het Pajottenland intrekken. In de winter komen ze wandelen en in de zomer is dat fietsen. Kan je je eigen fiets niet meebrengen, dan staan er bij ons klaar. Wie hier verblijft, krijgt gratis de routes mee, nu is dat via knooppunten.”
Lees verder onder de foto.
Welke plaats neemt landbouw momenteel in bij jullie?
Marc: “Die activiteiten zijn sterk verminderd. De veestapel is fel afgebouwd, en ik doe nog vooral aan akkerbouw.”
Wat is jullie favoriete plekje in de regio?
Marleen: “Neigembos is een schitterend plekje, en Den Haas ligt maar een boogscheut verder. Ik koppel die graag aan mekaar.”
In jullie cafeetje staan er wellicht streekdranken op de kaart?
Marleen: “Dat klopt. We hebben 70 verschillende biersoorten, en daar zit onder meer Witkap van Slaghmuylder bij en lambiekbieren van Lindemans of Boon, om er enkele te noemen. Bij de pannenkoeken serveren we zelfgemaakte confituur. Dat appreciëren de klanten.”
Staat er al iets in de agenda dat jullie dit jaar willen beleven in de streek?
Marc: “Met Pasen is er de grote internationale barbecuewedstrijd in het centrum van Meerbeke. Daar zijn we zeker van de partij. Dat festijn duurt drie dagen en een aantal van de deelnemers logeren bij ons op de Roesbeekhoeve.”
Lees meer over 'Toerisme en vrije tijd' op persinfo.org