DILBEEK - Een man uit Dilbeek heeft zich vandaag voor het hof van beroep in Brussel moeten verantwoorden. De Dilbekenaar werd in eerste aanleg veroordeeld voor opzettelijke slagen en verwondingen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden en een geldboete van 550 euro . Omdat zijn advocaat twijfelt aan de bewijslast, ging de man in beroep.
Op 8 oktober 2008 ging de Aalstenaar met zijn vijftienjarige dochter op stap. Rond 2u30 ’s ochtends kwam het tot een woordwisseling tussen de vader en de andere caféganger uit Dilbeek. De situatie escaleerde en de vader werd geslagen. Toen de dochter tussenbeide kwam, kreeg ook zij slaag van de Dilbekenaar. De vader kreeg verschillende slagen op de schouder en de heup, waardoor hij blijvend arbeidsongeschikt is.
De advocate van de beklaagde merkte wel op dat de dochter eerst verklaarde dat ze geslagen was door de man, maar later gaf ze schriftelijk toe dat deze verklaring onjuist was. Haar vader zou haar verplicht hebben om te zeggen dat ze geslagen werd, terwijl dit niet zo was. Een getuigenis zou afkomstig zijn van een vriend van de vader en werd pas twee dagen na de feiten afgelegd.
Omdat de advocate twijfelt aan de bewijslast vraagt zij de vrijspraak of een milde werkstraf. Het openbaar ministerie eist een gevangenisstraf van 2 jaar en een geldboete van €1200.
De uitspraak volgt op 14 januari.