BRUSSEL/ASSE - Bijna 70 magistraten stappen naar het Grondwettelijk Hof om de hervorming van het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde aan te vechten, dat schrijft De Tijd en wordt bevestigd door verschillende magistraten. "We zijn bezorgd over de gevolgen", klinkt het.
De magistraten storen zich vooral de nieuwe opdeling van de Brusselse rechtbanken, met 80 procent Franstalige rechters en slechts 20 procent Nederlandstalige. Ze vrezen dat de Nederlandstalige rechtszaken en gerechtelijke onderzoeken in een chaos zullen verzanden. De vrees bestaat dat er niet meer binnen een redelijke termijn kan berecht worden. Ook de goede werking van het openbaar ministerie zou door deze splitsing op de helling staan.
Een ander pijnpunt is de rechtstreekse benoeming via wet. “Normaal postuleer je voor een vacature op een welbepaalde plaats, waarna de Hoge Raad voor Justitie (HRJ) je dan voordraagt en je uiteindelijk bij Koninklijk Besluit wordt benoemd”, verduidelijkt een magistraat. “Nu wordt de HRJ volledig buitenspel gezet omdat iemand via de wet rechtstreeks in Asse kan worden benoemd. De uitvoerende macht beslist waar iemand moet werken, zonder advies van de HRJ en daar stellen we ons vragen bij.”
Daarenboven wordt er ook gevreesd dat de splitsing heel wat praktische problemen met zich zal meebrengen. “Halle-Vilvoorde heeft een apart beleid nodig, maar ook aparte rechtbanken”, zegt een van de 68 magistraten. “Omdat de onderzoeksrechters in Brussel blijven, moeten dossiers een extra verplaatsing maken en dat wordt onwerkbaar. De termijn van 24u waarin een verdachte voor een onderzoeksrechter moet verschijnen met het oog op een aanhouding, komt in het gedrang.”
Ook over het feit dat de volgende Procureur des Konings Franstalig moét zijn, is ongerustheid. “De kwaliteit moet toch primeren op de taal?”, vragen sommige magistraten zich af. “Bij wet is er nu beslist dat in het tweetalige arrondissement van Brussel enkel een Franstalige Procureur des Konings kan worden. De Nederlandstalige magistraten die in Brussel aan de slag blijven, weten nu dus al dat ze niet zullen kunnen doorgroeien.”
De bereidheid om in Asse te gaan werken, ligt volgens de magistraten ook heel laag. “Intern zijn er wel een aantal vrijwilligers, maar die doen dat meer omdat ze dicht bij Asse wonen en het dus praktisch veel beter uitkomt”, aldus een andere magistraat. “Ze zijn het daarom niet eens met de hervorming. Onlangs werden er acht plaatsen gepubliceerd voor Asse, slechts één nieuwe stagiair heeft daarop ingetekend, dat wil toch ook iets zeggen?"