ANDERLECHT - Het onveiligheidsgevoel in Anderlecht scheert hoge toppen. Na twee schietpartijen in Vorst en vondsten van heuse oorlogswapens aan het Albert I-plein in Anderlecht durven sommige bewoners ’s avonds hun deur niet meer uit. Korpschef Alphonse Peeters beseft dat het zo niet verder kan. “We moeten de bevolking laten zien dat we er zijn en dat we alles in het werk stellen om de daders te vatten.”
De start van de zomervakantie betekende voor de lokale politie van zone Zuid het begin van een onrustige periode. Regelmatig werden door groepjes jongeren brandjes gesticht of conflicten uitgelokt om daarna de politie aan te vallen. “Er waren verschillende gebeurtenissen waarbij de spanningen tussen jongeren van sommige wijken en de politie hoog opliepen”, vertelt korpschef Alphonse Peeters. “Bij enkele incidenten werden er zelfs molotovcocktails tegen onze manschappen gebruikt.”
Zondag- en maandagnacht werd er met oorlogswapen geschoten. De eerste nacht nog enkel in de lucht, maar daags nadien moest onder andere een theehuis er aan geloven. Buurtbewoners vonden het opmerkelijk dat de politie pas uren laten de vaststellingen kwam doen. “We wisten dat het ging om een zware criminele organisatie uit Anderlecht”, legt de politiechef uit. “Onze strategie was dan ook gebaseerd op het pakken van de daders en de wapens. Na de tweede schietpartij in Vorst zijn we meteen naar Anderlecht getrokken, omdat we wisten dat de bende zich naar daar zou verplaatsen. We hebben enkele mensen opgepakt, maar wegens gebrek aan bewijs moeten vrijlaten. De gebruikte strategie heeft er wel voor gezorgd dat we de vuurwapens hebben gevonden. Intussen werden de straten van Vorst in het oog gehouden via camerabewakingen was er een patrouille in de buurt. Na de zoekactie zijn onze mensen ter plaatse geweest om de vaststellingen te doen. Het was een bewuste keuze om ons eerst op de daders te concentreren en dan pas op de vaststellingen.”
Dat er kritiek is op het politiewerk, begrijpt korpschef Peeters. “Er lopen verschillende onderzoeken, zowel op lokaal als federaal vlak. Helaas kan ik daar niet veel over zeggen, waardoor het soms lijkt dat de politie niets doet. Waar ik wel niet mee akkoord ga, is de kritiek over het voorval met de gevonden kalasjnikov. De twee politie-inspecteurs werden aangevallen door een groep van vijftig jongeren, terwijl de rest van de brigade was weggeroepen voor in een brand gestoken voertuig even verderop. Ze hadden twee opties: terugtrekken of het vuur openen. Ik ben er ten volle van overtuigd dat ze de juiste beslissing hebben genomen door zich terug te trekken. Mochten ze het vuur geopend hebben, zouden er nu grotere problemen zijn.”
De komende nachten zet de politie extra manschappen in om alles in de gaten te houden. “We krijgen daarbij versterking van onze federale collega’s”, zegt Alphonse Peeters. “We doen er alles aan om er voor te zorgen dat de situatie binnenkort weer normaal is. In de loop van de komende dagen en weken verwachten we positieve resultaten van de lopende onderzoeken.”