Een koufront maakt in de loop van de dag (woensdag) een einde aan deze kortstondige opflakkering van hogere nacht en dagtemperaturen.
Deze thermische terugval merken we in eerste instantie aan zee. Ginds wordt het niet warmer dan 10 graden.
In het Pajottenland en de Zennevallei vertoeven we nog een groot deel van de dag voor het front in redelijk zachte lucht, het kwik stijgt vanmiddag tot 15 graden. Het is wisselend bewolkt met het komen en gaan van wolken en opklaringen. Tijdens de passage van het koufront (na de middag) vormen er zich mogelijk enkele buien.
De wind wakkert aan en kiest opnieuw het noorden tot het noordoosten.
Dat is meteen het begin van een nieuwe koele periode.
Donderdagochtend worden we meteen met de neus op de feiten gedrukt. Het is koud bij temperaturen rond het vriespunt, aan de grond zal het lichtjes vriezen.
Het is wel overwegend droog met redelijk wat zonneschijn bij maxima tot 10 graden.
Vrijdag en zaterdag waait er nog altijd een noordelijke wind. Een schraal aanvoelen is het logische gevolg, maar omdat de zon eind april steeds meer en meer kracht ontwikkelt wordt het overdag toch nog relatief zacht bij maxima tussen 12 en 15 graden.
De nachten zijn helder en rustig. Het kan dus flink afkoelen.
Een graadje vorst (thermometerhut) sluit ik zeker niet uit.