BEVER - Vzw DORP - Duurzame Ontwikkeling Regio Pajottenland - wil de duurzame eigenschappen van de industriële hennepplant promoten. Enkele maanden geleden legde de vereniging daarvoor een eerste proefveld aan en de planten zijn nu behoorlijk uitgegroeid.
De industriële hennep of de Cannabis Sativa L. is een hoge, houtachtige plant en de geschiedenis ervan gaat duizenden jaren terug. Hennep – vroeger in Vlaanderen verbouwd en verhandeld onder de naam kemp - produceert vooral vezels, hout en zaad die na bewerking kunnen worden verwerkt tot bouwmateriaal, isolatie, textiel, strooisel, vezels, energiebron, bioplastic en papier. Sigarettenpapier en bankbriefjes zijn twee producten die sinds hun ontstaan steeds van hennep werden gemaakt. Het zaad van de hennepplant bevat hoogwaardige voedingsolie. Die wordt niet alleen voor menselijke en dierlijke consumptie gebruikt, maar ook als lampolie en voor de productie van zeep en verf. Hennep is rijk aan Omega 3 en Omega 6 in de juiste verhouding, en eiwitten.
Waarom deze plant dan niet grootschaliger wordt gekweekt en gebruikt heeft alles te maken met de negatieve reputatie van de beter bekende variant van de gewone hennep, Marihuana. Marihuana, op het eerste zicht dezelfde plant, wordt maar half zo hoog in vergelijking met industriële hennep en bevat een hoog THC-gehalte - de belangrijkste werkzame stof in hasj en wiet. Deze variant wordt als drug gebruikt maar heeft ook een grote medische waarde. “De verwarring tussen marihuana en industriële hennep is totaal onterecht: industriële hennep bevat geen of nauwelijks psychoactieve stoffen. Dat spijtige misverstand willen wij de wereld uithelpen”, aldus Bruno Vandewinckel van vzw DORP.
“Hennep is een bijzonder belangrijke plant om aan een duurzame toekomst te bouwen. Hij groeit zeer snel, heeft nagenoeg geen meststof nodig, groeit op plaatsen waar andere landbouwgewassen het niet zo best doen, fixeert massa's CO2 en kan zonder pesticiden”. Vzw Dorp trekt dan ook graag mee aan de kar om promotie te maken voor hennep en zijn vele toepassingen. “We kunnen enkel hopen dat het beleid snel het onderscheid weet te maken, deze godenplant voor duurzame ontwikkeling naar waarde weet te schatten en de plaats geeft die hij altijd al verdiend heeft”, besluit Bruno Vandewinckel.