Geitenfokker: "Hobby verbeterd in kwaliteit, maar enorm verminderd in kwantiteit"

Uw nieuwssite had een gesprek met geitenfokker Johan Seynaeve. Het is zijn 40e jaar als fokker, waarin hij terugblikt op een bewogen carrière toegewijd aan zijn geiten. Een overzicht van een massaal aantal geiten die zijn gekomen, maar vooral gegaan. En van de passie waarmee de fokker betuigt.

De Lennikenaar besloot 40 jaar geleden het stuk grond, waar hij vandaag nog steeds woont, aan te kopen. En van het één kwam het ander. “Hier liepen destijds al twee geitjes. Toen ik begon te bouwen, heb ik ze tijdelijk naar de buurman gestuurd die ermee kweekte. Dat leidde dan tot 2 jongen, wat ik heb doorgetrokken naar 4, dat werden er dan 8, enzovoort.”

Seynaeve is 30 jaar geleden begonnen als bestuurslid van de Lennikse jaarmarkt. Hier en daar verkocht hij er wel eens een geitje, maar dat is al lang verleden tijd: “De wintertijd is de periode waarin ze drachtig zijn. Ik wil dus niet het risico lopen tijdens deze koude periode. Al zo’n 25 jaar ben ik nu jurylid in de dwerggeitenfokkerij op de jaarmarkt, maar zelf deelnemen is niet toegestaan omdat je dan dreigt je objectiviteit kwijt te spelen.”

“Bij de weinige rassenfokkers die er nog zijn, is de vraag groot.”

Johan zit in een Belgische vereniging van rassenfokkers, die naar eigen zeggen erg aan leden heeft moeten inboeten vanwege alle administratie die erbij komt kijken. “Anderzijds heb je wel nog altijd liefhebbers die op zoek zijn naar een geit van goede kwaliteit. Via het internet kan je dan wel stoten op enkele geiten, maar wanneer mensen hier komen en mijn geiten zien, verkiezen ze deze toch wel hoor. Bij de weinige rassenfokkers die er nog zijn, is de vraag groot.”

Seynaeve is eigenlijk hét rolmodel van een rassenfokker. Niet enkel door zijn 40 jaar durende carrière, maar ook door zijn ononderbroken interesse. Hij heeft nu bijvoorbeeld al een bok waarmee hij zal fokken in de zomer. Die heeft hij aangekocht in Nederland. Ook is hij constant bezig met bloedlijnen en stambomen. “Dát is rassenfokkerij. Niet iedereen wil het doen, in België hebben we pakweg 15 rassenfokkers. Maar mensen willen wel steeds mooie dieren.”

Lees verder onder de foto.

“Al jaren op zoek naar ideale standaard.”

Zijn geiten houdt hij allemaal nauwgezet bij. Op 40 jaar tijd zijn er maar liefst 454 lammeren geboren, waarvan exact 200 mannetjes en 254 vrouwtjes. “Fokken doe ik met een tiental dieren. Vandaaruit begint de selectie: de besten houd ik voor de fokkerij, de rest gaat naar liefhebbers. Ik heb wel al eens de vraag gehad of ik enkele geiten wilde verkopen voor melkproductie. Maar met dit kleine ras is dat quasi onmogelijk.”

Het gaat om de West-Afrikaanse dwerggeit. Rond de eeuwwisseling is dit ras van Afrika naar Europa verscheept. Onderweg sneuvelden er echter velen als voeding voor de leeuwen en tijgers. “De overschot bereikte dan uiteindelijk Europa voor private verkoop of dierentuinen. Het is eigenlijk een beetje een horrorverhaal. Maar het is dus zo dat die geiten het huidige ras hebben bepaald. Door de andere leefomstandigheden is het type wel lichtjes vervormd geraakt. Al jaren ben ik op zoek naar de standaard om deze geit te modelleren naar het Afrikaanse voorbeeld. Zo ben ik enkele keren naar Senegal gegaan en heb ik een aantal dieren afgemeten, om hét ideaal te zoeken. Dit alles heb ik dan samen gebundeld.”

“Niet te vergelijken met de hobby van een postzegelverzamelaar.”

Wat de toekomst voor deze fokker te bieden heeft, valt nog af te wachten. “Ik ben nu 66 jaar oud, het is niet bepaald een hobby die je tot je 80e kan doen. Twee weken geleden ben ik nog naar Nederland gegaan om er 13 fokkerijen te bezoeken. Ik hoop dit nog enkele jaren vol te houden maar feit is wel dat het zeer arbeidsintensief is. Het is niet te vergelijken met de hobby van een postzegelverzamelaar. Elke ochtend en avond moet je de beesten voederen en om de paar weken de stallen kuisen. Ik hoop gewoon dat ik Lennik een beetje op de wereldkaart van de geitenfokkerij kan zetten. In deze gemeente wordt dit aspect nog te veel voorbij gekeken. Daarbij komen dan nog eens de vele regeltjes die een startende fokker kunnen ontmoedigen. De hobby is verbeterd in kwaliteit, maar enorm verminderd in kwantiteit.”


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?