BRUSSEL - De rechter in kortgeding heeft zichzelf ‘zonder rechtsmacht’ verklaard in de zaak die advocaat Robert Peeters had aangespannen tegen de Belgische Staat.
Peeters, de advocaat uit Overijse die in opspraak kwam in de corruptiezaak rond Francine De Tandt, de voorzitster van de Brusselse handelsrechtbank, eiste dat de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken ervoor zorgen dat er niets meer gelekt wordt over de strafonderzoeken waarbij hij betrokken zou zijn. Hij wou dat de rechter in kortgeding dwangsommen oplegde als er toch nog gelekt werd naar de pers. In augustus meldden verschillende media dat er bij een huiszoeking bij Robert Peeters documenten werden gevonden die leken op ontwerpvonnissen van de handelsrechtbank. Volgens zijn advocaat werd die informatie vanuit het onderzoek gelekt en moeten de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken dit voorkomen. Volgens de advocaten van de Belgische Staat was de rechter in kortgeding niet bevoegd om zich over de zaak uit te spreken. "Bovendien is er geen enkel bewijs dat er lekken naar de pers zijn geweest", zei Mars Stommels, die de belangen van Binnenlandse Zaken verdedigt, tijdens het proces. De voorzitter van rechtbank in kortgeding heeft beslist dat de gevraagde maatregel te breed is en heeft zich daarom “zonder rechtsmacht” verklaard.“Robert Peeters zal hoger beroep aantekenen en in hoger beroep de formulering van het verbod verder verfijnen zodat de maatregel niet geldt voor alle actoren in justitie” zegt zijn advocaat Michael Verstraeten. “Zo moeten de persmagistraten kunnen blijven berichten over een zaak indien dat nodig is, en conform de wet.”