GALMAARDEN – Na het hevige onweer van 4 juli vragen omwonenden weer om de rivier te baggeren. Op een infovergadering over de aanpak van de overstromingen van de Mark op 22 mei stelden de verantwoordelijken van de Vlaamse Milieumaatschappij dat er zich geen slib afzet in de rivier. Galmaarden wil daarom dat de VMM stalen neemt om een duidelijk beeld te krijgen van de eventueel afgezette leem.
Op de informatievergadering maakten de afgevaardigden van de Vlaamse Milieumaatschappij duidelijk dat het niet nodig is de rivier te baggeren omdat er geen slib aanwezig is. Bij het doorwaden van de rivier aan de Stationsstraat trof de VMM een vaste bodem aan.
Na het onweer van 4 juli werd er weer aangedrongen op baggerwerken. “We menen dat er te weinig rekening wordt gehouden met de leembodem van het Pajottenland, die bij hevige regen in de grachten, beken en rivieren terecht komt. Deze leem zet zich, in tegenstelling met organisch slib, gemakkelijk vast op de bodem. We stellen daarom voor om door middel van slibgrijpers een bodemprofiel samen te stellen waaruit de historische opbouw van de rivieren moet blijken”, zegt burgemeester Pierre Deneyer.
De eerste referentiestalen kunnen genomen worden tussen de Stationsstraat en de Driscartmolen in Galmaarden en de tweede stroomafwaarts voorbij de nieuw aangelegde vistrap. “We hopen door middel van een staalname tot eenbodemprofiel te kunnen opstellen om tot een voor iedereen verzoenbaar standpunt te komen”, zegt Deneyer. Als er leemafzetting wordt vast gesteld zou ook een bodemprofiel kunnen opgesteld worden, stroomopwaarts en –afwaarts de Munk- en Wielantmolen.