Eén op de drie slachtoffers van seksueel geweld die zich aanmeldt bij een zorgcentrum is minderjarig. De overheid investeert aanzienlijk in deze centra om slachtoffers van seksueel geweld de benodigde allesomvattende zorg te bieden na zo'n traumatische ervaring. Opmerkelijk is dat één derde van degenen die zich aanmelden minderjarig is. Bovendien dient twee derde van alle slachtoffers een klacht in tegen de dader. N-VA-parlementslid Kristien Van Vaerenbergh, die deze cijfers heeft opgevraagd bij de bevoegde staatssecretaris, benadrukt dat de toegankelijkheid en nabijheid van deze zorgcentra essentieel zijn voor hun succes. Ze pleit ervoor om eventuele blinde vlekken in het systeem snel aan te pakken.
De eerste werkingscijfers van de zeven zorgcentra die vorig jaar in België actief waren, bevestigen de dringende noodzaak. Dagelijks melden zich gemiddeld negen slachtoffers aan bij een zorgcentrum. Eén derde van deze aanmeldingen betreft minderjarigen, wat neerkomt op drie minderjarige slachtoffers per dag. “Daarom is de nabijheid en de laagdrempeligheid van de zorgcentra enorm belangrijk”, zegt Van Vaerenbergh.
Hoewel de regering streeft naar een zorgcentrum per provincie, wijst Van Vaerenbergh wel op enkele blinde vlekken die slachtoffers kunnen ontmoedigen om de nodige ondersteuning te zoeken. Zo werd nog maar pas aangekondigd, na lang aandringen door de N-VA, dat Halle-Vilvoorde eindelijk een zorgcentrum zou krijgen. “In deze regio rond Brussel hebben slachtoffers vandaag, na een traumatische ervaring de keuze tussen het verre Leuven of Franstalige dienstverlening in een Brussels ziekenhuis. Het is dus belangrijk dat dat zorgcentrum voor Halle-Vilvoorde er snel komt.” Van Vaerenbergh benadrukt dat het verwerken of beschrijven van zulke ervaringen in een taal die niet volledig begrepen wordt, een tweede trauma kan veroorzaken.