De legende van de Ijsheiligen

‘De IJsheiligen’ is de laatste periode in het voorjaar waarin nog nachtvorst kan optreden. Belangrijk om rekening mee te houden wanneer je plantjes buiten wilt zetten of uitplanten. Wanneer zijn de IJsheiligen en waar komt die legende vandaan?

IJsheiligen is één van de oudste en wellicht het bekendste begrip uit de volksweerkunde. De eerste berichten over deze ‘strenge heren’ dateren van rond het jaar 1000.De IJsheiligen zijn Sint Mamertus, Sint Pancratius, Sint Servatius en Sint Bonifatius. Zij vieren hun naamdagen op 11, 12, 13 en 14 mei. Ze zijn de ‘verdrijvers van de nachtvorst’ en zouden geleefd hebben tussen het jaar 300 en 1000.

De IJsheiligen ontlenen hun benaming aan het gevaar van koud voorjaarsweer voor het gewas, dat in deze tijd in volle bloei staat. Een late vorstnacht kan nu veel schade aanrichten. Het is echter niet zo dat tijdens de IJsheiligen de kans op een overgang naar koud weer groter is dan op andere dagen in het voorjaar.

Legende

Deze ‘feiten’ gaan terug tot de tijd dat het leger van Karel Martel, in de vlaktes van Poitiers, vocht tegen dat van Abderame. Het is het jaar 732, het leger van Karel Martel verslaat dat van Abdéram. De Saracenen vluchten in alle richtingen. Door de holle paden en het  bos, belandden sommigen in  Saint-Sauveur. De stevige muren van de kerk van dit kleine dorp bieden hen een uitstekende  schuilplaats en ze verschansten er zich. Met een bang hart, wachtten ze op wat komen ging.

Maar het zal niet  lang duren. De bewoners van het dorp, zagen hen hun kerk binnen dringen. Ze kwamen, gewapend met hooivorken en pikhouwelen, aangelopen.

De Saracenen begrepen dat ze de strijd zouden verliezen en verzonnen een list. Ze hadden tijdens hun vlucht gezien dat de bomen bedekt zijn met bladeren en dat er heel wat madeliefjes bloeien in de weides. Het is mei en het is volop lente. Ze beloofden zich over te geven, maar op één voorwaarde.  “We geven ons morgen over als het gevroren heeft.”

De nacht ging voorbij zonder een gevecht. En wanneer de dageraad opkwam, had het zo hard gevroren dat de aarde met rijm bedekt was. Eiken, iepen, essen, bloeiende appelbomen, meidoornhagen droegen lange ijspegels.

Trouw aan hun belofte, gaven de Saracenen ze zich over. De inwoners van Saint-Sauveur gaven hen de vrijheid om te gaan waar ze maar wilden, maar niet in hun dorp, dat sindsdien de bijnaam "Vorst in mei" (Givre en mai) draagt.

Uit: ‘Les Contes et légendes du Poitou’


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?