OETINGEN - Het centrum van het kalme Oetingen stond deze ochtend in rep en roer door een provinciale rampenoefening. Ruim driehonderd hulpverleners, figuranten en waarnemers namen deel aan de simulatie van een spectaculair ongeval. De Gooikse burgemeester vond het een enorm leerrijke ervaring, maar was niet blind voor wat er misging. “Na een eerste evaluatie viel meteen op dat zowel de interne als externe communicatie stroef verliep.”
Het scenario van de rampenoefening was een frontale botsing tussen een bus van De Lijn waarin twintig passagiers zaten een vrachtwagen die een giftig chemisch product vervoerde. De bedoeling van heel de oefening was om de verschillende vaardigheden van de hulpdiensten en de bestaande procedures binnen het provinciaal nood- en interventieplan uit te testen.De hulpdiensten hadden dan ook meer te doen dan enkel de ‘slachtoffers’ uit de bus te verzorgen. De nabijgelegen basisschool De Oester werd geëvacueerd omdat er ontploffingsgevaar was. De leerlingen werden opgevangen in de kerk om de hoek, die tevens dienst deed als vooruitgeschoven medische hulppost. Luitenant Erik Engels van de brandweer van Lennik vindt dat de oefening geslaagd is. “Alle overheden zijn perfect opgeroepen en we hebben de theorie aan de praktijk kunnen toetsen. Ook de medewerking met de school ervaren we als positief. Voor een grondige evaluatie is het natuurlijk wachten op alle rapporten en verslagen.”Voor burgemeester Michel Doomst was het een leerrijke ervaring. “Om te beginnen was het een geweldige inspanning om alle actoren in te zetten. Maar op vlak van communicatie kan er nog veel verbeterd worden. Op een bepaald moment zaten we met een acht mensen naast elkaar te telefoneren zonder dat er ook maar iemand een overzicht had. Bij een dergelijke situatie zou er minstens elk kwartier een stand van zaken moeten worden opgenomen, anders valt de coördinatie weg. Ik heb gemerkt dat het erg belangrijk is om een geordende lijst te hebben van belangrijke adressen en telefoonnummers, zodat je snel weet wie je moet bellen.”