Commissaris Serge Roelens wisselt politie-uniform voor schilderspalet (interview)

Eerste Commissaris Serge Roelens van de politiezone Pajottenland is met pensioen. Hij begon zijn loopbaan bij de rijkswacht. De commissaris trok de deur van zijn kantoor toe, na een waardevolle carrière, die zich meestal achter de schermen afspeelde. Serge Roelens was ook jarenlang de perswoordvoerder van de politiezone. We hadden met hem een aangenaam gesprek en wensen hem nog boeiende jaren.

Wat zette je er toe aan om een loopbaan bij de rijkswacht te beginnen?

“Medio jaren 70 was het niet voor iedereen zo evident om de kinderen te laten voortstuderen.
Na mijn humaniora in 1975 kon ik in de Koninklijke Rijkswachtschool toch nog drie jaar studeren, en had ik meteen ook een job.”

Je was brigadecommandant in Halle, maar je kwam van de landelijke rijkswachtbrigade Sint-Lievens-Houtem naar het drukkere Halle en Lennik. Ging die integratie vlot? De werking naast de stedelijke politie?

Lees verder onder de foto van de Rijkswachtbrigade van Sint-Lievens-Houtem


“De stap van Sint-Lievens-Houtem naar Halle (in 1990) was inderdaad geen gemakkelijke.
De rijkswachtbrigade Sint-Lievens-Houtem was een klein korps: 1 baas, 1 adjunct (ik) en 9 rijkswachters. In de gemeente kende quasi iedereen de politiemensen en de contacten met de bevolking waren goed. Ik kwam daar veel ‘op straat’ en we gaan daar trouwens nog bijna elk jaar naar de bekende jaarmarkt, wellicht de grootste van het land.”

“Dan kom je in Halle aan en je kent daar niemand. Je hebt ook nieuwe collega’s. Ik was eerst adjunct-brigadecommandant en dan brigadecommandant in Halle. Dat was hoofdzakelijk een bureau-job eigenlijk, ik had dus minder voeling met wat er op het terrein gebeurde. In 1991 gingen we bovendien in Kester wonen, met mijn echtgenote en onze achtjarige zoon. Veel voeling met wat er in Halle gebeurde had ik niet meteen maar dat verbeterde na verloop van tijd wel.”

“Rijkswacht en gemeentepolitie hadden een totaal andere cultuur. De rijkswacht werd van ‘boven’ aangestuurd en ondersteund en werkte naast en aanvullend aan de gemeentepolitie. Medio jaren negentig kwam daar enige verandering in met de demilitarisering van de rijkswacht. Er kwam meer overleg, zowel met de gemeentelijke overheid, de gemeentepolitie als met de bevolking. Dit kwam de samenwerking en de politiezorg ten goede.”

Dat was toch in een periode van Bende van Nijvel, CCC, overvallen op geldtransporten,…. Zware tijden? Hoe overleef je dat als mens?

“De Bende van Nijvel en het Heizeldrama… toen zat ik nog in Sint-Lievens-Houtem. Ik was er niet rechtstreeks bij betrokken. Ik herinner mij wel dat wij werden teruggeroepen en  moesten verzamelen in Aalst de avond van het Heizeldrama. Ik zat toen naar de match te kijken op tv. En toen de Delhaize van Aalst werd overvallen, werden collega’s van omliggende brigades er naartoe gestuurd voor interventie. Als ik er nu nog de beelden van zie, krijg ik nog altijd kippenvel, hoewel ik zelf op dit moment niet met dienst was. De maanden die er op volgden moesten wij de warenhuizen bewaken. Patrouilles op de parkings, met zware wapens op het dak… . Dit blijft je voor altijd bij.”

De overgang van Rijkswacht over geïntegreerde politie naar lokale politie,… Hoe verliep dit, kwam er verbetering?

 “Het begin was moeilijk. Die fusieoperatie was niet zo evident, maar we hebben er met de eerste korpschef (hoofdcommissaris Roland Pauwels), de brigadecommandanten van de rijkswacht van Gooik, Galmaarden en Lennik en de korpschefs van de gemeentelijke politiekorpsen van de zes gemeenten, die nu de politiezone vormen, snel een goed werkend korps van gemaakt.
Er is veel overleg aan te pas gekomen maar er zijn nooit echte spanningen geweest tussen de collega’s. Echt corporatisme (ex- gendarme versus ex gemeentepolitieman) heeft bij ons nooit bestaan.”

“De verbetering kwam er door het nieuwe statuut. De verloning en de werkomstandigheden gingen er op vooruit. Voor de ex-rijkswachters was het een verbetering dat wij na verloop van tijd beter werden uitgerust, vooral op vlak van uniform, kledij en materiaal. Nu is er aangepaste kledij voor alle seizoenen.”  

Denk je dat een dergelijke kleine politiezone in staat is alle verwachtingen in te lossen of zou er beter samen gegaan worden met naburige korpsen? De grote brandweerzone, bijvoorbeeld, kan tegenwoordig zoveel meer service bieden.

“Als er voldoende mensen en middelen zijn, dan kan een korps als de PZ Pajottenland mijns inziens zeker de verwachtingen van de bevolking inlossen. Zaak is efficiënt met de middelen om te springen.
We zijn trouwens ook niet zo klein hé: ongeveer 85 medewerkers.
Het Pajottenland heeft ook zijn specificiteit: landelijk, uitgestrekt,… die een gerichte aanpak vereist, op maat van de bevolking. Grote naburige korpsen hebben andere problematieken.”

Lees verder onder deze foto

Politiepost Kester, een afgeleefde accommodatie, en een politiehuis dat maar niet geopend wordt,….

 “Tja, over dit dossier spreek ik mij niet uit. Ik hoop enkel dat de collega’s snel een degelijk onderkomen vinden.”

Wat raakte je het meest in je carrière?

“Ik heb 11 jaar interventiedienst gedaan in de regio Sint-Lievens-Houtem, Herzele, Lede, Erpe-Mere… en occasioneel dispatching in Aalst. De rest van mijn loopbaan was ik dikwijls officier met wachtdienst. Je wordt geconfronteerd met alle zware criminele feiten die er zijn. Ook in de PZ Pajottenland.
Wat me het meest raakte, zijn zware tot dodelijke verkeersongevallen met kinderen, gevallen van kinderverwaarlozing, echtelijke twisten waarbij mensen elkaar naar het leven staan. Je vraagt je soms af hoe dit allemaal mogelijk is.”

Gebeurtenissen, positief, negatief,…

De collegialiteit binnen de politie is groot. In de PZ Pajottenland is de omgang tussen de medewerkers kameraadschappelijk, gemoedelijk te noemen, zelfs met de korpsleiding.
Soms moet er ook wel eens worden bijgestuurd, maar dit gebeurt op een zachte manier. “

Je geeft les aan de politiescholen PIVO en ANPA?

“Ik breng kandidaat middenkaders (dat zijn politiemensen die hoofdinspecteur willen worden) bij hoe ze problemen kunnen oplossen en werken met actieplannen. Hoe ze een team kunnen aansturen en problemen, zowel op het terrein als intern officieel en planmatig kunnen aanpakken. Een boodschap die ik mee geef, is om zo veel mogelijk partners te betrekken, die met hetzelfde probleem geconfronteerd worden. Leer vooral samenwerken.”

Welke invloed had het politiewerk op je privéleven?

“Je weet waar je aan begint als je bij de politie gaat werken: onregelmatige uren, nachtwerk, weekendwerk… . Dan doe je dit maar. Ik had het geluk dat mijn echtgenote dit ook wist. Haar pa heeft ook een jarenlange loopbaan gehad bij de politie van Ieper als adjunct-politiecommissaris. Ze was dus vertrouwd met onregelmatige uren en terugroepingen.” 

Hoe staat de burger tegenwoordig tegenover de politie? Is er een evolutie en is er nog wat dankbaarheid?

“De mensen zijn mondiger geworden. Dit is goed. Maar soms is het erover. Vroeger was het al voldoende dat de politie ter plaatse kwam om een probleem te stoppen. Het uniform werkte ontradend. Veel mensen keren zich nu tegen de politie. Het respect voor de politieman/vrouw is bij vele mensen zoek. Ik heb er geen verklaring voor.”
“Ik heb de voorbije 20 jaar ook quasi alle klachten tegen onze politiemensen onderzocht. En alle klachten worden onderzocht en beantwoord. Dat is maar goed ook. Het overgrote deel van die klachten is echter onterecht, soms zelfs grof. Je kan je niet voorstellen wat sommige mensen over de politie durven schrijven.  Af en toe is een klacht terecht en leer je er uit voor het verbeteren van de werking van het korps. Gelukkig zijn er de voorbije jaren in dit korps door onze politiemensen geen zware fouten vastgesteld. “

 “Anderzijds is de dankbaarheid soms groot bij mensen die geholpen worden. Af en toe wordt er wel eens een doos pralines binnen gestopt uit dankbaarheid. Hoewel we geen geschenken mogen aanvaarden, doet dit toch plezier.”

Jullie gaan plots met 7 op pensioen. 7 politiemensen met verschillende taken, een aderlating voor een eerder klein korps?

“Tja, zeven vertrekkers op enkele maanden. Dat vang je inderdaad niet zo maar op. De vacatures zijn er en hopelijk worden ze snel ingevuld. Ondertussen loopt het wel los. De nodige afspraken zijn gemaakt. Het werk zal niet blijven liggen.
Bijkomend heb je natuurlijk ook nog de jarenlange ervaring van die zeven mensen die verloren gaat.
Maar er zit voldoende potentieel in dit korps om kwaliteit en continuïteit te verzekeren.”

Je kon al vroeger met pensioen, maar bleef werken,…

“Ik was pensioengerechtigd op mijn 56ste en deed dus bijna 9 jaar extra. Sommigen vinden dit zot. Ik had er plezier in en zou het opnieuw doen. 65 is wel de limiet. Je voelt soms dat het moeilijker gaat.”

Wat wens je je opvolgers toe?

 “Dat ze snel in een betere werkplaats hun intrek mogen nemen.”

En nu op 'welverdiende' rust, hoe zal je die “vrije” tijd invullen. Hobby’s, als afleiding, voor conditie?
Wie is de mens Serge Roelens buiten het politiewerk?

“Reizen, fietsen… deden we nu al. Nu nog wat meer zeker. De States trekken ons aan. We zijn al meermaals geweest en hebben er vrienden. Daar wil ik nog meerdere keren naartoe. En met mijn mountainbike in het Pajottenland met mijn vaste fietsvriend Kris, dit willen we nog meer doen."

"Ik wil ook terug gaan schilderen. Ik heb kunstacademie gedaan en later bijkomende cursus olieverfschilderen. Maar eerst moet er ook  nog wat worden opgeruimd in het tuinhuis, de zolder…” 

Serge Roelens was in mei nog mede-organisator van een seminarie van de Group Pompidou. Dat is een denktank van Europese politiemensen die zich buigt over drugpreventie.

 

Nieuws melden Adverteren op Persinfo?