BRUSSEL - Minstens een van de advocaten van de Roemenen die vorige week door het Hof van Beroep werden veroordeeld voor een reeks inbraken, gaat in cassatie tegen het arrest. Ze doet dat omdat ze het niet eens is met het opmerkelijke arrest waarin staat dat de politie in één maand tijd 32 dagen mag afluisteren.
Op 11 december 2008 keurde Brussels onderzoeksrechter Decoster een beschikking goed om gedurende één maand een Roemeense inbrekersbende uit Schaarbeek af te luisteren via de telefoon. Tot en met 11 januari 2009 voerden de speurders van de Leuvense Federale Politie de telefoontaps uit, waardoor ze de bende 32 dagen lang afluisterden.Tijdens het proces in eerste aanleg pleitten verschillende advocaten dat het hele telefonieonderzoek onwettig was en nietig moest worden , omdat er één dag te lang werd afgeluisterd. De correctionele rechtbank volgde die redenering en sprak vijf Roemenen vrij, drie kregen wel een straf voor tenlasteleggingen die niet gebaseerd waren op de resultaten van het telefonieonderzoek. Het federaal parket ging in beroep, waardoor het Brusselse Hof van Beroep zich over de kwestie moest uitspraken.
Het Hof van Beroep velde het opmerkelijke vonnis waarin stond dat er wel degelijk 32 dagen mag worden afgeluisterd. “Het tellen van de periode waarvoor de beschikking is goedgekeurd, begint pas de dag nadat de onderzoeksrechter zijn goedkeuring heeft gegeven”, klonk het in het arrest.
Hiermee zei het Hof van Beroep expliciet dat er in één maand tijd, 32 dagen mag worden afgeluisterd, omdat het tellen van de periode pas ingaat vanaf de tweede dag. “Een maand van 32 dagen is zelfs met alle redelijkheid in acht genomen, ronduit overdreven”, reageert advocate Mieke Thijssen. “Een tweede reden waarom we cassatie aantekenen, is omdat de motivatie bij bepaalde veroordelingen niet compleet was of zelfs ontbrak.”Wanneer de zaak voor het Hof van Cassatie verschijnt, is nog niet bekend. Mocht het Hof van Cassatie oordelen dat het arrest ongeldig is, moet de hele zaak worden overgedaan.