Brent Van Der Kelen wil de Paralympische Spelen bereiken

Gooikenaar Brent Van Der Kelen werkte samen met zijn broers in het bedrijf van vader en plaatste ramen en deuren. Tot hij op het einde van een training plots verlamd raakte en in een rolstoel verder moest. Maar de jonge man geeft niet op, leeft zo zelfstandig mogelijk en ambieert zelfs een sportcarrière.

Op 24 februari 2019, bijna 4 jaar geleden, liep het grondig mis voor Brent. Hij trainde die zonnige zondag zijn Haflinger op de oude atletiekpiste de Houteman. “Na een uurtje training wilde ik nog een laatste rondje rijden. Plots sloeg het paard op hol en de koets ging aan het slingeren. Ik vermoed dat het dier door een daas is gestoken.” Brent hielp zijn zus nog van de koets te springen maar hijzelf werd tegen een paal van een afsluiting geslingerd, in een poging om het paard te stoppen.

“Ik kon me niet meer oprichten en zag een tijdje later aan het gezicht van een arts dat het ernstig was. Eerst werd er gedacht dat ik na 6 maanden wel weer de oude zou zijn. Ze brachten me naar het ziekenhuis in Halle waar ze me na een tijdje naar Inkendaal stuurden voor revalidatie. Pas nadat ik naar het UZ in Gent werd overgebracht, drong de ernst van mijn toestand helemaal tot me door”, vertelt Brent.

“Ik vond het eerst erg dat ik niet meer ging kunnen stappen, maar ik besloot te vechten. Er was een revalidatie van 9 maanden voorzien en na 5 maanden trok ik al mijn plan. Ik wilde zonder hulp verder kunnen. Daar hebben mijn familie, vriendin Stephanie en een aantal vrienden mij goed in geholpen”, gaat Brent verder.

Lees verder onder de foto's

Ik mag eigenlijk niet klagen

“Ik had tijdens de revalidatie gehoopt dat het in mijn rug weer aan elkaar zou groeien, ik zegde steeds dat het wel goed zou komen, maar dat gebeurde niet. Ik trek er me een beetje aan op dat ik in UGent veel zwaardere gevallen heb gezien. Dat was wel even verschieten. Maar zo besef ik dat ik eigenlijk niet mag klagen, zij klagen ook niet. Sommigen moedigden mij zelfs aan om vol te houden.”

Na 6 maanden mocht Brent naar huis, waar alles moest aangepast worden. “Ik legde er mij bij neer dat ik niet meer naar boven kon, maar ik wilde toch bewegen en zocht een sport die ik wel kon beoefenen. Zo kwam ik terecht bij batmintonclub BC Herne, waar Sven G-sport oprichtte. Ik kan er spelen met Kiki, een internationale para-badminton atlete. Ze motiveerden me om een sport aan het leren, want hoe meer ik kan bewegen, hoe beter”, weet Brent.

Even alles vergeten

“Bewegen en sporten doet me even alles vergeten en niet in het minst de hevige zenuwpijnen, die zich situeren op de plaats waar ik geopereerd werd. Dat lijken doorlopend messteken. Ik gebruik veel medicatie en morfinepleisters tegen de pijn. Dat probeer ik wat te beperken omdat ik anders gewoon niets meer kan doen. Ik kan de dosissen wel verhogen tegen de pijn maar ik verkies om de hele dag buiten te zijn en te kunnen sporten.”

Brent zou ook opnieuw willen werken maar dat lukt niet door concentratieproblemen. “Praten in een groep lukt me niet. Gelukkig gaat badminton spelen wel goed. Achteraf ben ik dan wel weer kapot en beklaag ik me die inspanningen even, maar ik ben vooral blij dat ik kon spelen. Als ik dan weer thuis kom, begint de miserie weer. Weinigen weten hoezeer ik afzie, maar ik wil geen medelijden. Ik probeer het zelfs wat weg te lachen”, gaat Brent verder.

Competitie

Brent kon zich met de hulp van de Oetingse Joggingclub en ACP onder meer een handbike aanschaffen. “Bij slecht weer kan ik trainen op rollen. En bij goed weer ga ik 2 tot 3 keer per week de baan op om te fietsen samen met mijn oom Rudy. Het is een wens om met badminton en fietsen stilaan aan competitie te gaan doen. Ik zou graag deelnemen aan de olympische spelen. Ik ben pas 27 jaar, dat is nog jong genoeg om er iets van te maken, het liefst in badminton. Het zal heel zwaar zijn om er te geraken, je moet daarvoor wel al heel goed zijn. Ik ga er voor werken. We zien wel”, glimlacht Brent. “Sporten is heel belangrijk, je voelt er je veel beter door en komt in contact met andere mensen. Vooral door de badmintonclub leerde ik veel mensen kennen.”

Veel hulp

Omdat de ouderlijke woning niet geschikt was, heeft het gezin de werkplaats verbouwd tot een aangepaste privé-flat voor Brent. Ook de paden naar de weides rond het huis werden aangepast. Brent kweekt miniatuur-paardjes als hobby. “Ik laat ze ’s morgens buiten, voeder ze en laat ze ’s avonds weer binnen. Dat heb ik snel weer opgenomen want paarden zijn mijn leven. De koets hebben we wel weg gedaan.”

Ook Brents wagen werd aangepast zodat hij alles met de hand kan bedienen. “Ik wil niet afhankelijk zijn en ‘gaan en staan’ waar ik wil. Ik doe alles zelf, zoals winkelen of naar het sporten rijden, ik trek mijn plan. Ik ben de vele mensen dankbaar die me hielpen om het geld bij elkaar te brengen voor de dure aanpassingen, de handbike, een bed en een sportrolstoel. Joggingclub Oetingen hield een benefiet en ACP een Warmaton. Ik was voor mijn ongeval zelfs een vrij goede loper.”

Al dat aangepast materiaal kost handenvol geld en de toelagen zijn beperkt. “Mijn rolstoel weegt amper 3 kilogram maar dat is belangrijk omdat ik die op sommige dagen wel tot 10 keer moet in- en uitladen. In het begin was ik wat onwennig tegenover al die hulp maar ik ben al die mensen heel dankbaar en heb veel respect voor wat ze doen.”

Swiffer en Igor

Twee kwispelende honden lopen Brents flat in en uit. “Ik had me ingeschreven voor een geleidehond maar omdat het lang duurde heb ik intussen Swiffer gekocht, een Duitse Collie. In september vorig jaar werd ik door de vzw HACHiKO opgebeld dat ik een opleiding ging krijgen om met een geleidehond te leren werken. Het werd, de intussen 3 jarige Golden Retriver, Igor, waarvan Astrid Stockmans de meter is. Igor opent en sluit deuren, raapt gevallen voorwerpen op, haalt de afstandsbediening van de tv als ik in de zetel lig en helpt mij voederbakjes naar de paarden brengen.”

Toegankelijkheid

Brent stoort wel nog zeer regelmatig op handelszaken zoals banken, winkels en horecazaken, die niet toegankelijk zijn met een rolstoel. “Ik wil zelfstandig naar binnen kunnen en maak me zelfs boos als dat niet mogelijk is. Dat zou tegenwoordig toch overal mogelijk moeten zijn. Maar ook op fietspaden loopt het dikwijls mis. Ofwel zijn ze te smal voor de handbike of staan er paaltjes in de weg. Dan moet ik op de straat gaan rijden. Ik heb toch evenveel rechten als iemand anders. Een wielertoerist riep me eens toe: ‘Val niet in slaap hé!’. Dat doet pijn maar ik trek het me niet meer aan, want ik hoor tegenwoordig meer en meer aanmoedigingen!”, besluit Brent.

 

Nieuws melden Adverteren op Persinfo?