Bestuursakkoord 2013-2018 van N-VA en CD&V in Sint-Pieters-Leeuw: “Leeuwe-plan 2020”

SINT-PIETERS-LEEUW - Na de verkiezingen van 14 oktober 2012 beslisten N-VA en CD&V in Sint-Pieters-Leeuw samen een bestuursmeerderheid te vormen voor de periode 2013-2018. Beide partijen maakten nu de inhoud van hun bestuursakkoord vast.

Dit document legt de hoofdlijnen van het beleid vast dat beide partijen samen zullen voeren in deze periode. Het akkoord vormt zo ook de basis van het beleidsplan voor de gemeente (periode 2014-2019) op te stellen in de loop van 2013, conform de regelgeving inzake de Beleids- en Beheerscyclus (BBC).

1. Algemene beleidsbenadering

1.a – Een open en burgernabij beleid

N-VA en CD&V kiezen voluit voor een open en modern beleid. Het wordt concreet ingevuld in constructieve dialoog met de gemeenteraad en de andere organen en belanghebbenden. Het bestuursakkoord wordt daarom ook openbaar gemaakt.

De inspraak wordt in een vroeg stadium georganiseerd zodat bij de uitstippeling van het beleid daadwerkelijk met het resultaat ervan rekening kan houden. Deze inspraak gebeurt via de geëigende organen (de gemeenteraad, de commissies van de gemeenteraad, de gemeentelijke adviesraden) maar ook door het rechtstreeks en vroegtijdig betrekken van de inwoners.

Naast een correcte toepassing van de wettelijk verplichte inspraakprocedures en van de regels inzake openbaarheid van bestuur, zullen ook de gemeentelijke info-kanalen ruim informeren over nieuwe ontwikkelingen.

Deze beleidsnota zal voor wat de betrokken beleidsdomeinen betreft ter advies voorgelegd worden aan de betrokken raden en/of commissies en openbaar gemaakt worden.

Ook de gemeentelijke administratie wordt actief bij de beleidsvoorbereiding betrokken. De inspiratienota opgesteld door de administratie is een waardevolle aanzet. Nauw overleg tussen de burgemeester, het college, het MAT (Management Team) en de verschillende afdelingshoofden zal er voor zorgen dat de beleidskeuzes breed gedragen worden binnen de gemeentelijke organisatie.

Het blijft de verantwoordelijkheid van de politiek om na een open en democratische inspraak en na zorgvuldige afweging van de individuele en maatschappelijke belangen die in het geding zijn, daadkrachtige beslissingen te nemen. Eens deze afweging gebeurd is zullen de beslissingen snel en efficiënt omgezet worden.

De klachtenbehandelingsprocedure wordt geactualiseerd en omgevormd tot een ombudsfunctie. Hierbij is noodzakelijk dat alle klachten (ook telefonische) worden geregistreerd, effectief opgevolgd en dat het gevolg dat aan een klacht werd of wordt gegeven wordt geëvalueerd door de verantwoordelijke informatieambtenaar, met terugkoppeling naar het college.

1.b – Een beleid gericht op de gemeentelijke kerntaken

De burger is terecht veeleisend ten opzichte van de overheid. Hogere overheden schuiven taken af naar de gemeenten (vaak zonder bijhorende middelen), burgers verwachten steeds meer dat de overheid alle problemen kan en moet oplossen. De gemeentelijke overheden worden vaak overbevraagd.

Het is daarom belangrijk dat het beleid zich toespitst op de kerntaken van de gemeentelijke overheid.

De kerntaken zullen in het raam van de BBC nader gedefinieerd worden, maar omvatten in elk geval :

- zorg voor het openbaar domein op het grondgebied van de gemeente : we blijven investeren in een efficiënt en goed onderhouden wegennet, openbare infrastructuur en gebouwenpatrimonium voor de gemeentelijke dienstverlening;

- veiligheid, netheid en openbare orde;

- mobiliteit en verkeersveiligheid op het grondgebied van de gemeente : we kiezen voor traag verkeer in de dorpskernen en landelijke wegen, vlot verkeer op de grote verkeersassen;

- ruimtelijke ordening (wonen, werken en open ruimte);

- gemeenschapsbevordering : alleen wanneer mensen met elkaar verbonden zijn kan er sprake zijn van een echte gemeenschap. Het in stand houden en bevorderen van de lokale gemeenschapsbanden tussen de bevolking beschouwen we als een kerntaak. Daartoe behoren het bevorderen van : het verenigingsleven, cultuur, sport en ontspanning, seniorenbeleid, jeugdbeleid, lokaal onderwijs, kinderopvang, buurtwerking, integratie en inburgering, taalverwerving enz…Privaat initiatief wordt op al deze domeinen zoveel mogelijk ondersteund, het bestuur neemt in principe slechts zelf initiatief wanneer private initiatieven uitblijven of wanneer er een dwingende noodzaak bestaat;

- het uitstralen en actief bevorderen van het Nederlandstalig karakter van de gemeente ;

- een sociaal beleid, dat in hoofdzaak gericht is op een efficiënte persoonsgerichte dienstverlening via het OCMW – op maat van de hulpbehoevende en gericht op zelfredzaamheid – en een gericht sociaal woonbeleid.

- efficiënte en toegankelijke gemeentelijke diensten;

1. c – Een beleid gericht op

- actief burgerschap in deze Vlaamse gemeente

- gesteund op vrijheid en verantwoordelijkheid

De gemeentelijke overheid kan en moet niet alle problemen oplossen. Elke burger draagt ook mee verantwoordelijkheid voor zijn omgeving en zijn leefgemeenschap.

De actieve inbreng van de burger (o.m. via het verenigings- en gemeenschapsleven in de ruime zin) zijn essentieel om de gemeenschap leefbaar te houden.

Onze gemeente heeft te maken met een grote toevloed van nieuwe inwoners van heel diverse origine.

Een open en verdraagzame samenleving veronderstelt dat elk individu vanuit zijn positie zich verantwoordelijk opstelt en bijdraagt tot die samenleving, in de eerste plaats door het aanleren van de Nederlandse taal : taal verbindt ons allemaal.

Het lidmaatschap van onze gemeenschap opent rechten, maar brengt ook plichten met zich mee.

Het bestuur wil binnen zijn bevoegdheid deze beide zijden van de medaille meer op elkaar afstemmen. Wie aanspraak maakt op rechten dient ook aan te tonen dat hij zijn plichten nakomt en zijn verantwoordelijkheid opneemt.

We rekenen het tot onze plicht om mensen in nood en sociaal zwakkeren bij te staan en te begeleiden, niet alleen om hun nood te lenigen, maar vooral ook om hen structureel uit hun problemen te helpen en, binnen hun mogelijkheden, actief deel te laten nemen aan de gemeenschap.

2. Bestuursorganen

2.a – Gemeenteraad

Voorzitter van de gemeenteraad wordt Luc Deconinck, tevens burgemeester.

N-VA en CD&V vormen één fractie in de gemeenteraad, met als fractievoorzitter Gust Crabbe die de fractievergaderingen van de meerderheid voorzit en woordvoerder is voor deze fractie.

In de gemeenteraad worden nog 6 commissies opgericht :

1. Commissie financiën, gebouwen en patrimonium

2. Commissie mobiliteit en openbare werken

3. Commissie ruimtelijke ordening, milieu en landbouw

4. Commissie personeelsbeleid, administratieve en bestuurlijke organisatie inclusief toezicht en afstemming intergemeentelijke organisatie en externe verzelfstandigde agentschappen

5.Commissie jeugd, cultuur, sport en sociale zaken

6.Commissie veiligheid en integrale veiligheid, buurtwerking en integratie en Vlaams beleid

2.b – Schepencollege

Er wordt een deontologische code voor schepenen opgesteld.

3. Politie en veiligheid

3.a – de werking van de politie

De ligging van onze gemeente aan de rand van het Brussels gewest en de daarmee gepaard gaande verstedelijking van sommige wijken, hebben een belangrijke impact op de veiligheid.

De politie neemt een cruciale plaats in bij het waarborgen van de goede orde en de veiligheid. Het bestuur ondersteunt de politie dan ook volledig in haar werking.

In de wijk Zuun wordt een volwaardige politiepost behouden. Hiervoor wordt inspiratie gezocht in het model van de “KOBAN”, dat is een Japanse term voor een kleine structuur, een wijkpolitiekantoor met een beperkte bemanning, die zich bezighouden met de dagdagelijkse problemen van hun sector (in casu Zuun, Negenmanneke, Ruisbroek) met inbegrip van een interventieploeg. Zij kennen de sector door en door, staan zeer dicht bij de dagelijkse problemen van hun gebied en kunnen snel ingrijpen. Ook de burger kan voor zijn gewone contacten met de politie terecht op deze politiepost.

In afwachting van een mogelijke andere locatie in Zuun wordt deze politiepost behouden in het huidige gebouw aan de Generaal Lemanstraat. Dat gebouw wordt dus niet verkocht, tenzij in de buurt een andere locatie gevonden wordt die beter of even goed beantwoordt aan de noden van deze lokale politiepost.

Het gebouw “site 250” (Pepingensesteenweg) zal, gezien de belangrijke investeringen die er al zijn uitgevoerd (en die anders verloren gaan) alle overige politiediensten huisvesten.

De oneigenlijke politietaken (met uitzondering van noodplanning en maatschappelijke veiligheid) worden kritisch doorgelicht. Het afleveren van uittreksels uit het strafregister wordt overgeheveld naar de gemeente. Er wordt ook onderzocht of andere administratieve en logistieke taken kunnen gebundeld worden bij de gemeente. Hierdoor kan personeel bij de politie vrijgemaakt worden voor specifieke politietaken.

Het voorbereidend traject in verband met een eventuele fusie met één of meer aangrenzende politiezones zal grondig geëvalueerd worden. Voorwaarde is dat een fusie niet mag leiden tot vermindering van de dienstverlening op het grondgebied van de gemeente, noch tot verhoging van de financiële last voor de gemeente. Er zal ook nagegaan worden of de beoogde synergieën en schaalvoordelen bereikt kunnen worden door een intensieve samenwerking/associatie met één of meer van die buurgemeenten.

Het nieuwe bestuur zal in elk geval volgende nieuwe accenten leggen :

- de wijkpolitie zal versterkt en meer zichtbaar in de wijk aanwezig zijn; er zal onderzocht worden hoe dit gerealiseerd kan worden binnen de bestaande personeelsbezetting. Wijkpolitie-agenten zullen zoveel mogelijk ontlast worden van administratieve taken;

- camerabewaking op de meest gevoelige plaatsen;

- de wijkagenten worden een belangrijke schakel in de uit te bouwen “wijkteams”(zie verder);

- straathoekwerk;

- de korpschef blijft deelnemen aan de vergaderingen van de gemeenteraad en van het CBS voor wat betreft de punten die betrekking hebben op de politie. Hij neemt ook op regelmatige basis deel aan de vergaderingen van het MAT (Management Team). Zo zal de werking van gemeentediensten en politie zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd (vermijden van overlappingen en hiaten)

- er zal streng opgetreden worden tegen overlast, sluikstorten, drugsdealers en ongemak veroorzakende overtredingen van de verkeersregels (ook andere dan de snelheidsbeperkingen zoals bv wildparkeren).

- het systeem van de GAS-boetes zal waar nodig meer gebruikt worden; het GAS –reglement wordt waar nodig aangepast;

- automatisering van routinecontroles (camera’s) om tijd vrij te maken;

- digitalisering en vereenvoudiging van administratieve taken;

- intensieve samenwerking en afstemming met de gemeentediensten;

- behoud van het BIN (Buurt InformatieNetwerk);

- verstrengd toezicht op malafide handelaars en illegale of grijze economie;

- behoud 24/24 permanentie;

- inbraakpreventie en verhoogd terreintoezicht

3.b – Wijkteams en buurtraden

Om het burgernabij beleid gestalte te geven zullen wijkteams en buurtraden opgericht worden.

De wijkteams zijn een samenwerkingsverband van personen die ambtshalve vaak op het terrein actief zijn in een bepaalde wijk en er de verantwoordelijkheid voor bepaalde taken dragen (vgl met Koban voor de politie).

Het betreft o.m. wijkagenten, straatvegers, verkeerswachten, technische dienst, gemeenschapswachten, integratie-ambtenaren, vrijwilligers, sociale begeleiders, inburgeringscoaches, straathoekwerkers, buurthuis, ambtenaren van lokale gemeentediensten of OCMW. Aan hen wordt een lokale waarnemers- en toezichtsfunctie toebedeeld.

Door hun aanwezigheid op het terrein kennen zij de plaatselijke knelpunten beter dan wie ook. Zij zijn makkelijk aanspreekbaar en dienen er samen over te waken dat de wijk proper en leefbaar blijft.

Door overleg worden de onderlinge diensten op elkaar afgestemd en wordt de toezichtsfunctie versterkt. Het wijkteam zorgt ervoor dat er kort op de bal gespeeld wordt inzake: veiligheid, properheid, integratie, overlast, verkeersovertredingen, milieuovertredingen, sluikstorten enz… Bij voorkeur beschikken ze over een lokaal aanspreekpunt (lokaaltje), waar minstens één voormiddag per week permanentie kan worden gehouden.

Als proefproject zal eerst een wijkteam opgericht worden in Ruisbroek.

Buurtraden : in samenwerking met de lokale bevolking worden ook buurtraden opgericht. Het betreft een lokaal overleg met vrijwilligers uit de wijk of buurt die als klankbord dienen voor het gemeentebestuur en voor de wijkteams en die de bekommernis delen om hun buurt te verbeteren en daar daadwerkelijk hun steentje toe bij te dragen.

4. Stedenbouw en ruimtelijke ordening

4.a – Uitgangspunten

Uitgangspunt van het beleid is het behoud van de eigenheid van onze gemeente : dit wil zeggen een open, groene en landelijke gemeente aan de rand van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De grote landelijke, open ruimten willen we “natuurlijk” behouden en zelfs versterken.

De enkele verstedelijkte kernen (Negenmanneke, Zuun en Ruisbroek) willen we niet laten toegroeien tot één verstedelijkte zone. Nieuwe projecten moeten er steeds rekening houden met de plaatselijke draagkracht (parkeerruimte, groen, openbare diensten, speelterrein).

Grootschalige projecten en grote appartementsblokken worden zoveel mogelijk vermeden. Individuele gezinswoningen zijn te verkiezen boven appartementen. De huidige normen inzake aantal bouw- en woonlagen worden behouden. Ook binnen het VSGB wordt een restrictief beleid gevoerd inzake bouwlagen en aansnijden van nieuwe open ruimte.

Er wordt een maximum van 25 wooneenheden per hectare gehanteerd zowel in het buitengebied als, waar mogelijk, in het VSGB1 . Er moet voldoende ruimte worden vrijgehouden voor gemeenschapsvoorzieningen en groen. Een minimum van twee parkeergelegenheden per woning zal worden opgelegd (uitzondering : appartementen met 1 slaapkamer : 1 parkeergelegenheid).

Het RUP Wilderveld wordt niet behouden zoals het werd goedgekeurd . Een nieuw RUP zal worden opgemaakt in overleg met de plaatselijke gemeenschap en rekening houdende met de adviezen van de GeCoRo2.

De gemeentelijke bouwverordeningen en –reglementen evenals de bestaande RUP’s en BPA’s zullen vanuit deze beleidskeuzes onderzocht en bijgestuurd worden (o.a. vereiste van voldoende parkeerplaatsen, privaat maar ook op openbaar domein).

De gemeente zal het nodige doen om zo snel als mogelijk “ontvoogd “ te zijn inzake toekenning van bouwvergunningen.

Bestaande bedrijventerreinen en bedrijfspanden worden prioritair benut. Leegstaande bedrijfspanden worden gesaneerd en herbestemd. Nieuwe ontwikkelingen worden enkel toegestaan in daarvoor bestemde gebieden.

Om verwaarlozing van gebouwen en leegstand tegen te gaan wordt een gemeentelijke belasting ingevoerd op verkrotting en op leegstand van woningen en van bedrijfspanden. We zorgen tevens voor een actieve toepassing van deze reglementen en controle op bouwovertredingen en huisjesmelkerij.

4.b – De renovatie en herwaardering van de dorpskern van Ruisbroek is een prioritair

beleidspunt.

Herwaardering van het dorpscentrum van Ruisbroek en de realisatie van een gemengd woonproject op de Kerkstraat zijn prioritair.

De herbestemming van de ACV-site met een groot plein, parkeergelegenheid en woningen, ruimte voor winkels en openbare diensten wordt tijdens de legislatuur als strategisch project prioritair behandeld.

Doelstelling is een leefbaar centrum op maat van Ruisbroek. De vernieuwing/nieuwe huisvesting van Jip en Janneke wordt in dit project mee opgenomen.

Ook de verkeerssituatie en de leefbaarheid van de Stationsstraat wordt mede in dit project opgenomen.

Er wordt een lange termijnvisie uitgewerkt voor de leefbaarheid van de overige delen van Ruisbroek. Indien nodig worden daartoe de nodige RUP’s opgesteld of bestaande RUP’s in herziening gesteld.

Nieuwe woongebieden in de open ruimte worden niet aangesneden.

Bij de toekenning van bouwvergunningen wordt de watertoets strikt opgevolgd (stimuleren van waterbuffering door groendaken, doorlatende materialen, regenwaterputten enz…)

1 = het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel

2 = Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening

4.c - Wonen

Het lokaal woonoverleg wordt uitgebouwd overeenkomstig de bepalingen van het woondecreet. Er zal een grondige evaluatie gemaakt worden van de nood aan woningen, waarbij in de eerste plaats wordt uitgegaan van de woonbehoefte op basis van een gesloten prognose (dus zonder externe migratie) en de reeds geplande woonprojecten. Op basis van analyse wordt een duidelijke woonprogrammatie opgemaakt en opgevolgd.

Het areaal aan sociale woningen zal geïnventariseerd worden en op basis van de woonbehoeften en –prognoses zal een toekomstvisie uitgewerkt worden, rekening houden met het BSO (Bindend Sociaal Objectief) opgelegd door het gronden- en pandenbeleid. Gezien het grote aantal sociale huurwoningen in de gemeente zal bij het realiseren van sociale woningen in de eerste plaats gestreefd worden naar sociale koopwoningen en sociale bouwkavels. Om een sociale mix te behouden wordt gestreefd naar doelgroepwoningen (ouderenwoningen, zorgwoningen, kangoeroewoningen) en de realisatie van bescheiden woningen. Er wordt ook gestreefd naar een billijke spreiding over het ganse grondgebied van de gemeente.

Door maximale toepassing van het decreet “wonen in eigen streek” en samenwerking met Vlabinvest moet betaalbaar wonen in eigen streek mogelijk gemaakt worden voor zij die een sterke lokale binding kunnen aantonen. Het lokaal toewijzingsreglement zal indien nodig aangepast worden (criteria lokale binding, doelgroepen en leefbaarheid).

Prioriteit gaat uit naar dorpskernvernieuwing en verhoging van de kwaliteit van het bestaande woningbestand.

Er wordt opgetreden tegen huisjesmelkerij, wederrechtelijke opdeling van eengezinswoningen en domiciliefraude.

De naleving van de taalbereidheidsvoorwaarde wordt opgevolgd.

Het woonbeleidsproject Zennevallie3 (met woonloket) en SVK4 Zuidkant5 worden verder uitgebouwd.

3 intergemeentelijk samenwerkingsverband met Halle

4 SVK = Sociaal Verhuurkantoor

5 intergemeentelijk samenwerkingsverband met Halle, Lennik en Gooik.

5. Financiën

Het behoud van het globaal niveau van dienstverlening met de huidige middelen staat voorop. Het evenwicht in de meerjarenbegroting en het streven naar het afsluiten van de jaarlijkse rekeningen zonder deficit waarborgen een gezonde financiële toestand.

Het beleid gaat uit van het niet verhogen van de globale belastingdruk.

Afschaffing niet-productieve belastingen (o.a. combi-taks) tenzij de belasting een duidelijk sturend effect heeft.

Invoeren van een belastingreglement tegen eind januari 2013 voor leegstand woningen, leegstand bedrijven, verwaarlozing en verkrotting van gronden en gebouwen.

Het investeringsritme van de voorbije jaren wordt behouden zonder de leninglast (ca. 10 % van de totale uitgaven) te verhogen.

Projecten worden op financiële en operationele haalbaarheid (investering en impact op lopende uitgaven) afgewogen. Daarnaast worden ook de mobiliteits- en milieueffecten afgewogen.

6. Personeelszaken: gemeente, OCMW en politie

Het bestuur zal de personeelskosten van gemeente, OCMW en politie onder controle houden.

De digitalisering wordt verder uitgebreid, alsook het stimuleren van efficiëntiewinsten op personeelsvlak. Dit moet toelaten om gepensioneerden en ontslagnemende personeelsleden niet automatisch te vervangen en meer in te zetten op het stimuleren van interne en externe mobiliteit.

De globale optimalisatie van de interne werking zal uitgaan van:

- meer overleg en inspraak gekoppeld aan verantwoordelijkheid

- samenwerking tussen de diensten en vermindering van overlappend werk

- efficiëntie door doorgedreven digitalisering

- vereenvoudiging van de organisatie en van de administratieve procedures en afschaffing van onproductieve regelgeving

- flexibiliteit

- betere communicatie

- bestrijden van absenteïsme

- samenwerking/integratie met OCMW

- definiëren van missie en doelstelling per afdelingsniveau;

- competentiemanagement en het ontwikkelen van een strategisch vormingsbeleid

De aanbevelingen van de organisatiedoorlichting van de gemeentediensten door BDO en de inspiratienota worden daarbij als uitgangspunt genomen. Daarnaast wordt ook benchmarking gedaan met andere gemeenten van dezelfde omvang en aard.

Er wordt over gewaakt dat de periodieke evaluaties en functioneringsgesprekken tijdig en nauwkeurig worden uitgevoerd.

Het aantal tijdelijke contracten wordt tegen eind 2013 beperkt.

Op basis hiervan zal ook het personeelsbehoefteplan worden herzien.

7. Sport

Het sportbeleid vertrekt vanuit de volgende accenten:

- centraliseren uitleendiensten onder één loket

- het bestaande subsidieniveau blijft behouden.

- voor SK Vlezenbeek wordt na overleg met de club geopteerd voor regularisering van de infrastructuur op de huidige locatie (rechtover Inkendael).

- Sint-Pieters-Leeuw werkt mee aan de vernieuwde gordel (gordeltrefpunt).

- uitwerken van een mountainbike knooppuntennetwerk (met omliggende gemeenten).

- stimuleren van samenwerkingsakkoorden tussen de verschillende sportverenigingen.

- de subsidies van sportclubs zullen afhankelijk gemaakt worden van een actief taalbeleid. Ze worden geheroriënteerd naar projectwerking, met accent op taalwerving.

8. Waterbeheersing

Er wordt een integraal waterbeheersingsplan opgemaakt en uitgevoerd.

Dit behelst uitbreiding van de overstromingsgebieden en spaarbekkens, aanpassen/vergroten van het bufferend vermogen van grachten, beken, wachtbekkens, pompstations en rioleringen. Scheiding van regen- en afvalwater waar mogelijk en nuttig.

Aan jaarlijks onderhoud van beken en grachten wordt prioriteit gegeven.

De provincie, het Vlaams gewest en de buurgemeenten moeten bij dit plan worden betrokken.

Het erosiebestrijdingsplan wordt uitgevoerd samen met landbouwers.

9. Cultuur

Het is de bedoeling om het cultuurbeleid op drie niveau’s te voeren:

- Logistieke en financiële ondersteuning van de lokale verenigingen

- Aanvullende eigen programmatie, die verenigingen niet zelf invullen

a) wegens te exclusief

b) wegens te groots

- Individuele kunstenaars, die in stilte actief zijn, bereiken door hen een podium aan te bieden.

Het eerste en derde niveau (dat van de verenigingen en de individuele kunstenaar) zullen het draagvlak van het cultuurbeleid verder onderbouwen. Dit vermijdt dat cultuur los groeit van de bevolking.

Het tweede moet het cultuuraanbod in Sint-Pieters-Leeuw vanaf 2014/2015 op een niveau brengen dat kwalitatief vergelijkbaar is met nabijgelegen gemeenten (Beersel, Halle, Ternat) zonder de concurrentie met hen aan te gaan.

Dit leidt tot de volgende concrete actiepunten:

9.a – het beleid zal via de Schepen van Cultuur de band met het verenigingsleven sterk verzorgen:

- rechtreeks contacten en overlggesprekken met verenigingen

- inhoudelijke inbreng in de Cultuurraad

9.b – de oprichting van een PEVA (Privaatrechtelijk Extern Verzelfstandigd Agentschap onder de vorm van een VZW))

Dit autonoom beheersorgaan met inspraak van het verenigingsleven wordt gekozen als meest geschikte manier om flexibel en functioneel te werken. Conform het decreet behouden de verkozen mandatarissen steeds de meerderheid en dus controle op het beheer van de middelen. Met het oog op de opmaak van de programmatie 2014, zal de PEVA opgericht worden tegen uiterlijk 30 april 2013.

Deze PEVA zal geen personeel hebben. De medewerkers zullen in het statuut van de gemeente werken en gedetacheerd worden naar de PEVA. De PEVA zal in geen geval bijkomende vergoedingen uitbetalen aan gedetacheerd personeel. De boekhouding en het financiële beheer van de PEVA worden verzorgd door de financiële dienst van de gemeente.

Het bestuur streeft naar een overeenkomst met de huidige cultuur-vzw’s, waarin de huidige cultuur-vzw’s zichzelf ontbinden zodra de PEVA is opgericht. Zodra deze overeenkomst een feit is, zal de gemeente de hangende rechtszaak ter zake terugtrekken.

9.c - van gemeenschapscentrum naar cultuurcentrum

Het bestuur heeft de ambitie om een erkend en gesubsidieerd cultuurcentrum in onze gemeente uit te bouwen. Vooraleer onbezonnen investeringen te doen in een gepaste infrastructuur zal het beleid een concept uitwerken om tot een financieel draagbare werking te komen. De infrastructuur zal bepaald worden door het op te stellen exploitatieconcept. Het omgekeerde draagt het risico in zich dat een mooie infrastructuur nadien onvoldoende benut wordt en/of te veel zal kosten aan de gemeenschap.

De locatie van deze infrastructuur zal gekozen worden in functie van het exploitatieconcept. Het beleid zal deze studie uitwerken in de eerste helft van de legislatuur zodat een beslissing kan genomen worden uiterlijk op 31/12/2015.

In afwachting wil het beleid reeds een alternatief en aanvullend aanbod uitwerken in de bestaande infrastructuur, zodat een publiek kan opgebouwd worden. Hiertoe zal de grote zaal van de Merselborre een moderniseringsbeurt krijgen zonder ruimtelijke uitbreiding. Het gebouw aan de postweg 155 zal geïntegreerd worden in de Merselborre, zodra een duurzame oplossing gevonden is voor de huisvesting van KLJ-Vlezenbeek.

10. Roerend en onroerend erfgoed

Onroerend en roerend erfgoed moeten behouden blijven voor de toekomstige generaties en daarom is volwaardig inventariseren, beheren, ontsluiten en eventueel restaureren nodig.

Werkgroepen met vrijwilligers die zich bezig houden met erfgoed, zullen ondersteund worden door het beleid, zowel met logistieke als administratieve middelen. Een “depotsysteem” wordt uitgewerkt zodat verengingen en inwoners zoveel mogelijk stukken uit het roerend erfgoed in bewaring kunnen geven in gemeentelijke locaties, zodat het nooit verloren kan gaan voor komende generaties. Er zal onderzocht worden in welke mate een aanvang kan genomen worden tot het digitaliseren van het roerend erfgoed via het ondersteunen van vrijwilligers.

Om de inwoners te sensibiliseren voor het erfgoed zal het bestuur een waardevol groter project, dat de gemeente uitstraling geeft buiten de gemeentegrenzen, ondersteunen en de trekkers van een dergelijk project (erfgoedcel, heemkundekring, universiteiten, Vlaamse Overheid,…) een duw in de rug geven.

11. Erediensten

Het bestuur bevordert een goede samenwerking met de lokale en overkoepelende kerkfabrieken. Een belangrijke pijler is het financiële beleid en de afspraken, die hieromtrent gemaakt zullen worden in het meerjarenplan 2014 – 2019.

Het bestuur streeft naar een minnelijke schikking met de kerkfabriek Vlezenbeek omtrent het hangende geschil rond de pastorij van Vlezenbeek. De pastorij zal niet verkocht worden.

Tevens zal het bestuur tijdig constructieve gesprekken aanknopen met de kerkfabrieken rond het beheer en het onderhoud van het kerkelijk patrimonium, enerzijds met respect voor de gevoeligheden, anderzijds met de bekommernis tijdig de juiste maatregelen in verband met mogelijke herbestemming te kunnen nemen.

12. Archivering

Het beleid streeft naar een modern archiefbeheer met maximale digitalisering.

Voorrang zal gegeven worden aan de digitalisering van de stukken, die het meest frequent geraadpleegd worden door de bevolking en onderzoekers. Het digitaal archief wordt via een publiek toegankelijke leeszaal (bibliotheek) toegankelijk gemaakt.

13. Mobiliteit

Het mobiliteitsbeleid heeft de ambitie een geïntegreerde benadering te realiseren van ruimtelijke ordening, mobiliteit en infrastructuur.

Hoofddoelstellingen zijn :

- de verkeersveiligheid verhogen

- de verkeersleefbaarheid verbeteren

- de vermindering van de vraag naar vervoer en verplaatsingen

- verplaatsingen moeten vlot kunnen verlopen op de grote doorgangswegen zodat sluipverkeer wordt verminderd.

- goede bereikbaarheid van dorpskernen en openbare diensten.

Om deze doelstellingen te verwezenlijken is er behoefte aan een realistische, stapsgewijze benadering, waarbij wordt uitgegaan van de reële effecten van een maatregel en niet van de verhoopte. Dit houdt concreet in:

13.a – Bestrijding van het sluipverkeer

De beste en meest realistische manier om sluipverkeer tegen te gaan, is zorgen voor een betere doorstroming van het doorgaand verkeer (op de Postweg/Lenniksebaan, de Fabrieksstraat, de Bergensesteenweg).

Het bestuur zal hernieuwd overleg plegen met en aandringen bij het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de gewestwegen aan te passen aan de reële functionele noden o.m. door met structurele verbeteringen de bestaande knelpunten weg te werken.

Postweg/Lenniksebaan: het bestuur wenst dringend overleg met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaams Gewest teneinde het rond punt aan Erasmus aan te passen zodat niet alle verkeersstromen over het ronde punt geleid worden.

Fabriekstraat: naast het herinrichten van de Fabriekstraat moet er zeker een rond punt komen aan het kruispunt met de Stationsstraat, zodat het verkeer dat moet afslaan geen onnodige file veroorzaakt. Het doorgaand zwaar verkeer zal uit de Fabriekstraat geweerd worden.

Bergensesteenweg: het bestuur wenst dringend overleg met het Vlaams en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om werk te maken van volgende maatregelen

* het openstellen van de busstrook voor het gewone verkeer op bepaalde tijdstippen en zeker op zaterdag en zondag (dynamische verkeersborden, tidal flow)

* de aanleg van een tweede rijstrook voor het gewoon verkeer richting Anderlecht tussen Negenmanneke en Ikea

* het herinrichten van de op- en afritten naar IKEA en Coca Cola, met een gunstig effect voor de doorstroming ter hoogte van Ikea

* een betere afstelling van het lichtencomplex aan IKEA waarbij het doorgaand verkeer op de Bergensesteenweg een zwaardere weging krijgt dan de toegang/uitrit naar Ikea

* het afleiden van het zwaar verkeer.

13.b – Overige prioriteiten

* Brug over het kanaal: het afleiden van het zwaar verkeer van de woonwijken en van de Bergensesteenweg door het ontsluiten van de bedrijvenzones aan het kanaal Brussel-Charleroi via een nieuwe brug over het kanaal (Drie Fonteinenbrug zoals opgenomen in het VSGB).

* Parkeergelegenheid: uitbreiding van de parkeervoorzieningen, in het bijzonder in de centra (Rink, Ruisbroek, Zuun en Negenmanneke). Invoeren van bewonerskaarten in wijken met tekort aan parkeerplaatsen.

* Aandacht voor het traag verkeer en het openbaar vervoer: verdere uitbouw van het fietsroutenetwerk en voetpadenvoorzieningen in woongebieden

* Snelheidsproblematiek: realistische en effectieve maatregelen nemen tot beperking van de snelheid op meerdere secundaire wegen. Invoeren een drie-snelhedenregeling (30/50/70).

* Effectieve maatregelen om het zwaar verkeer uit de dorpskernen te weren

* Aanpassen Ruisbroeksesteenweg

14. Lokale economie en markten

Het beleid zal de lokale verenigingen van handelaars verder uitbouwen en ondersteunen. Tevens zal het de plaatselijke middenstand in de woonkernen bevorderen.

De bestaande markten en jaarmarkten blijven uiteraard behouden maar zullen nog verder worden verbeterd en verfijnd.

15. Senioren

De bedoeling is om een dienstencentrum alsook serviceflats aan de Rink te creëren. Er zal worden onderzocht of de site Wilgenhof hiervoor kan worden gebruikt. In de dienstencentra zal het sportaanbod voor senioren verder ondersteund worden.

Ook buiten de dienstencentra zal het bestuur het sportaanbod voor ouderen bevorderen en ondersteunen (o.a. petanque-terreinen en joggingparcours).

De seniorenbonden blijven uiteraard verder ondersteund en het seniorenfeest blijft jaarlijks plaatsvinden.

16. Vlaams beleid en inburgering

Taal verbindt ons allemaal. Het beheersen van het Nederlands is de hefboom voor deelname aan het sociaal, cultureel en economisch leven en verhoogt de slaagkansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.

Vlaams beleid is hierop gericht via een taalverwervings- en inburgeringsbeleid. Het wordt gevoerd conform de “leidraad voor een goed Vlaams beleid” opgesteld door de Vlaamse overheid.

Dit wordt in het beleid concreet gemaakt met de volgende punten:

-- Creëren van een “Cel Vlaams beleid en inburgering” bestaande uit 2 voltijdse medewerkers, waaronder de inburgeringsambtenaar, binnen de huidige personeelsformatie

-- Inburgering en taalverwerving op alle niveaus. De bevoegde schepen moet daartoe kunnen overleggen met collega’s van onderwijs, cultuur, jeugd , sport, lokale economie, welzijn en OCMW

-- Nieuwe inwoners krijgen een onthaalpakket op maat, met o.m. verwijzing naar het aanbod van cursussen Nederlands.

-- taalafspraken binnen de administratie worden verder uitgevoerd en opgevolgd.

-- Initiatieven tot taalverwerving en inburgering door verenigingen en vrijwilligers worden ondersteund en gestimuleerd.

-- De nieuwe inwoner wordt er bij contacten steeds aan herinnerd dat de kennis van het Nederlands noodzakelijk is voor zijn functioneren in de gemeente.

-- Het buurthuis in Ruisbroek wordt verder uitgebouwd als inburgeringsproject

- Activeren en sensibiliseren van de inwoners en handelaars om steeds het Nederlands als voertaal te gebruiken.

- Nederlands in het straatbeeld: aanschrijven en opvolgen van handelaars die tweetalige boodschappen verspreiden;

- maximale samenwerking met VZW ‘De Rand’, provincie Vlaams-Brabant en andere overheden voor alle initiatieven in verband met taalpromotie en taalverwerving;

17. Stedenbanden en internationale samenwerking

Stedenbanden (voorheen jumelage genoemd) verzorgt de projectmatige samenwerking met Altenahr, bijv rond WOI.

Een werkgroep “Stedenbanden” wil het draagvlak en de participatie van de burger vergroten en de samenwerking projectgebonden uitbreiden tot andere landen (met accent op de buurlanden) in het bijzonder door het te kaderen in de Europese gedachte. Het beleid speelt daarbij in op de Europese subsidies voor internationale contacten.

18. Toerisme

De gemeente wil haar ligging – in Pajottenland en Zennevalei en dicht bij Brussel – ook uitspelen als een troef; dit samen met de toeristische attractie bij uitstek, de Rozentuin van Coloma.

Hiertoe zal het beleid de gemeentelijke toeristische dienst verder uitbouwen en herhuisvesten met een grotere zichtbaarheid in het Leeuwse straatbeeld. De toeristische promotie zal gebeuren in samenwerking met de partners van Pajottenland- Zennevallei en Bos en Groen.

Het accent wordt gelegd op :

- promotie van streekproducten ( Straffe streek), ook op gemeentelijke recepties en evenementen,

- het aantrekken van internationale toeristen (rozentuin, nabijheid van Brussel)

- het activeren van de contacten met horeca en plattelandstoerisme

- promotie van Pajotse en plaatselijke eigenheid (trekpaard, platteland…)

19. Ontwikkelingssamenwerking

Het beleid geeft verder steun aan initiatieven tot sensibilisering van de burger en zal hiertoe concrete acties ondernemen. Hiervoor gebruikt het de beschikbare gemeentelijke communicatiekanalen, zoals o.a de gemeentelijke website, het infoblad enz.

De gemeente engageert zich daadwerkelijk voor het klimaat door bijv. te besparen op energie en door kiezen voor duurzame en lokale producten in het aankoopbeleid.

De gemeente kiest voor Fair Trade-producten en blijft zendelingen en kleinschalige projecten uit de gemeente ondersteunen, evenals de koepel van de Noord-Zuidbeweging

De bestaande werkgroep ontwikkelingssamenwerking wordt omgevormd tot een adviesraad, de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking (GROS) zoals gevraagd in de Vlaamse beleidsprioriteiten.

20. Gelijke kansen

Diversiteit – jong of oud, arm of rijk, afkomst en cultuur enz – wordt positief benaderd. Dat schept nieuwe mogelijkheden en verrassende inzichten. Het doel is iedere Leeuwenaar alle troeven te geven om zich waar te maken. Dit kan door:

- drempels te verlagen in onze communicatie (inzonderheid door toegankelijker taalgebruik)

- toegankelijkheid van openbare en publieke gebouwen en domeinen of parkeerplaatsen te vergroten

- huiswerkbegeleiding voor anderstalige en kansarme kinderen

- de info over discriminatie via het meldpunt bij de dienst integratie beschikbaar te maken in alle relevante gemeentelijke diensten

Bijzondere aandacht gaat naar :

- het voorkomen van pesten, geweld en ongewenste omgangsvormen

- het doorbreken van het taboe rond dementie

21. Gebouwen en patrimonium

De energiezuinigheid van de gemeentelijke gebouwen blijft een prioriteit . Er wordt actief gewerkt aan energiebesparing in de gemeentelijke gebouwen inclusief eventuele investeringen in zonnepanelen.

Er zijn verschillende uitdagingen betreffende :

- de herhuisvesting en/of de uitbreiding van lokale dienstverlening

- gebouwen die herbestemd werden

- het beheer en/of het behoud van gemeentelijke gebouwen.

Dit impliceert het globaal herbekijken van het gemeentelijk vastgoedpatrimonium en het uitwerken van een globale visie tegen eind 2013.

22. ICT en informatiedienst

Het gemeentelijke ICT-beleid vertrekt van de volgende actiepunten:

- E-loket maximaal toepassen (cfr Mechelen)

- Projectwerking en CRM-achtige softwaretoepassingen moeten dubbel werk vermijden en interne samenwerking bevorderen;

- Wifi omgeving invoeren op publieke plaatsen.

- Website grondig verbeteren, oa via aanschaf van bijkomende modules. Informatie moet makkelijker terug te vinden zijn, volledig en actueel zijn.

De informatiedienst wordt gemoderniseerd en opgewaardeerd door:

- het afschaffen van de persknipseldienst.

- het behoud van het gemeentelijk informatieblad mits herbekijken van de formule

- het verbeteren en opwaarderen van de klachtenbehandelingsprocedure

- het bewaken van de inhoudelijke kwaliteit, de volledigheid en het up-tot-date karakter van de via de webstie en andere kanalen verstrekte informatie

23. Onderwijs

23.a – De school als gemeenschapsvormende organisatie

Sint-Pieters-Leeuw telt een bijzonder groot percentage kinderen waarvan de thuistaal niet het Nederlands is. Tevens is er in de scholen in Ruisbroek, Negemanneke en Zuun een grote diversiteit vast te stellen. Diversiteit en aandacht voor taal moet, zowel door leerkrachten, directie, kinderen en ouders, in een positief verhaal worden ingeschreven. Het zal ook de sociale ongelijkheid maximaal tegengaan. Hierbij mag de socialiserende functie van de school niet miskend worden.

De school moet maximaal haar rol spelen als ontwikkelaar en hefboom voor het versterken van het gemeenschapsgevoel. Projecten zoals bijvoorbeeld de huiswerkbegeleiding zullen in dit kader worden geëvalueerd en waar mogelijk verlengd of opgestart. Deze visie zal in de mate van het mogelijke koepeloverstijgend zijn.

23.b – Taalbeleid op school

Er zal een gestructureerd overleg met Kind en Gezin in het kader van een gedegen taalbeleid worden opgezet. Eveneens zal getracht worden een gemeentelijke taalbeleidsvisie met alle scholen van Sint-Pieters-Leeuw op te zetten. De scholen zullen deze visie vertalen naar hun eigen situatie en zij zullen taalstimulerende acties in de eigen school opzetten. De gemeente zal deze acties zoveel mogelijk ondersteunen.

Samenwerking met de integratiedienst en de desbetreffende schepen en vzw De Rand wordt bevorderd..

23.c – Netoverschrijdende initiatieven op vrijwillige basis

Samenwerking tussen alle scholen van Sint-Pieters-Leeuw zal gemaximaliseerd worden, bijv. door een gezamenlijke pedagogische studiedag te organiseren met als doel ervaringen en kennis te delen. De scholen van het vrij gesubsidieerd onderwijs en het GO kunnen op vrijwillige basis hier al dan niet aan deelnemen. De autonome beslissing van elke school wordt uiteraard gerespecteerd.

23.d – Specifieke acties voor het gemeentelijk onderwijs

De nodige acties op het vlak van ICT worden ondernomen opdat de gemeentelijke scholen kunnen voldoen aan de ontwikkelingsdoelstellingen of eindtermen.

Een elektronisch platform voor de directies (en bij uitbreiding voor alle leerkrachten) van de gemeentelijke scholen waar documenten en agenda’s kunnen gedeeld worden, wordt opgezet.

Noodzakelijke renovaties aan schoolgebouwen worden duurzaam en ecologisch benaderd. Ook wordt rekening gehouden met de demografische ontwikkeling van de gemeente om in te spelen op toekomstige noden van schoolhuisvesting.

Buiten de lesuren wordt het voor derden mogelijk zijn om (al dan niet tegen betaling) gebruik te maken van de schoolgebouwen en/of infrastructuur. Zo kan de school mee bijdragen aan de gemeenschapsvorming en het verenigingsleven in de eigen buurt. (brede school)

In de mate van het mogelijke zal het bestuur een lokaal voorrangsbeleid ontwikkelen (na aanpassing van de decretale bepalingen terzake).

23.e – Mobiliteit rondom de school

Mobiliteit rondom de scholen zal worden verbeterd waar mogelijk. De scholen zullen daarbij beschouwd worden als een luchthaven waar op zeer korte tijd heel veel kinderen worden ‘gedropt’. In dit kader zal de voorschoolse en naschoolse opvang met een kwartier worden uitgebreid.

De correcte inzet van wijkagenten en gemachtigde opzichters zal hier onontbeerlijk zijn. Tevens zullen mobiliteitsplannen en – acties moeten worden opgezet. De schoolroutekaart zal worden gereviseerd en nieuw leven ingeblazen.

23.f – Kunstonderwijs

In de conceptnota ‘Inhoudelijke Vernieuwing Deeltijds Kunstonderwijs’6 wordt door de Vlaamse minister van Onderwijs, aangedrongen op een “hybridisering” van de verschillende richtingen van het DKO. De oprichting van een eigen academie woord, dans en muziek zal daarom worden onderzocht en indien (budgetair, gebouwen, personeel) haalbaar zal een dergelijke academie worden opgezet.

Een verdere versterking van de wijkfilialen zal ondersteund blijven. Waar mogelijk zal een eigen gebouw/stek (wat ook een gedeelde plek kan zijn) worden gezocht.

24. Bibliotheek

De provincie levert heel wat inspanningen om te werken met het PBS-systeem. Momenteel werkt de bibliotheek nog met het Brocade-systeem. Er zal worden onderzocht op welke wijze het PBS-systeem al dan niet beter tegemoet komt aan de noden van een modern digitaal bibliotheeksysteem. Mits een positieve evaluatie (zowel inhoudelijk als naar kostprijs) zal worden overgegaan tot het invoeren van het PBS-systeem.

De bibliotheek zal gemoderniseerd worden door aandacht voor ict en de digitale evolutie in zijn ruimste vorm (bijv. iPad met krantenabonnementen, Mediargus, e.a.).

Voor afgeschreven werken wordt een coherent afvoerbeleid uitgewerkt met aandacht voor archief- en erfgoedwaarde.

Er komt een gesloten (archief)gedeelte in samenwerking met roerend erfgoed en de erfgoedverenigingen. Permanente tentoonstellingen kunnen de zichtbaarheid van dit gedeelte verhogen.

6 http://www.ond.vlaanderen.be/dko/rapporten/conceptnota-dko.pdf

25. Afvalbeleid

25.a – Het nieuwe afvaldecreet

Het nieuwe afvaldecreet wordt tegen 1 juli 2013 geïmplementeerd vanuit de filosofie dat de vervuiler betaalt, met behoud van het principe dat een deel van de kosten wordt gedekt door algemene bijdragen, en een ander deel gerelateerd is aan hoeveelheid (bvb door betaling per zak, zoals nu). Het containerpark wordt betalend, conform het decreet. De te betalen prijs mag echter geen drempel vormen voor inwoners om van het containerpark gebruik te maken. Uniformisering met de omliggende gemeenten wordt daarom nagestreefd. De kaderrichtlijn schuift de afvalverwerkingshiërarchie als een duidelijk basisbeginsel naar voren. Preventie en hergebruik krijgen voorrang op recyclage. De gemeente bevordert zoveel mogelijk dit principe en past het ook zelf toe.

Het containerpark, de ophaling van grof huisvuil en de ophaling van huisvuil worden herzien in het kader van het nieuwe decreet met aandacht voor de gebruiksvriendelijkheid naar de burger en de financiële neutraliteit voor het gemeentelijk budget.

25.b – Een nette buurt is respect voor je buren

De netheid van de openbare ruimte en de strijd tegen sluikstorten worden prioritaire beleidspunten. Er komt een plan van aanpak per wijk ( voldoende vuilnisbakken, een frequent en efficiënt reinigingsbeleid waarbij het nodige modern materieel wordt ingezet).

Via de wijkteams en de buurtraden wordt kort op de bal gespeeld. Ook de burgers dienen de nodige verantwoordelijkheid te nemen. Bij in gebreke blijven worden GAS-sancties toegepast.

Het bestuur zorgt ervoor dat de parken, de openbare domeinen, begraafplaatsen, de wandelpaden en kerkwegels regelmatig worden onderhouden.

26. Milieu

26.a – Leeuwse natuurverenigingen

De Leeuwse natuurverenigingen worden verder ondersteund bij het onderhoud en de inrichting van de bestaande natuurreservaten. Toekomstige noden van de Leeuwse natuurreservaten zullen samen onderzocht worden binnen een realistisch kader rekening houdend met de gemeentelijke personeelsbezetting en financiële mogelijkheden. Het beleid zet maximaal in op subsidiëringsoppurtuniteiten van de hogere overheden.

26.b – Milieuraad

De milieuraad wordt gezien als een actieve partner van het beleid, die zelf erg betrokken en ondernemend is en die een milieubewuste attitude door acties naar de burger overbrengt.

De realisatie van landschapsprojecten gebeurt in samenwerking met en de ondersteuning van Regionaal Landschap Pajottenland/Zennevallei, ,de Vlaamse Landmaatschappij en de Provincie Vlaams-Brabant.

27. Openbare werken

Het beleid gaat uit van volgende invalshoeken

- grotere werkefficiëntie door beter materiaal.

- fietspadenbeleid verder zetten.

- meerjarenprogramma voor vernieuwing van straten (inclusief nutsvoorzieningen) met een streven naar evenwichtige spreiding over de wijken.

- aanschaf efficiënter materiaal voor sneeuwruiming.

De volledige vernieuwing van Fabriekstraat en Kerkplein in Ruisbroek zijn prioritaire beleidspunten.

28. Landbouw

Het beleid beschouwt als kerntaken op dit vlak:

- efficiënte bedrijfsvoering ondersteunen.

- nodige acties in het kader van waterbeheersing ondersteunen

- beleid bepalen in overleg met landbouwersverenigingen

- tijdig ruimen van beken en grachten in overleg met de Leeuwse natuurverenigingen

29. Jeugd en kinderopvang

29.a – Kinderopvang en buitenschoolse kinderopvang

De actiepunten van het beleid zijn de volgende:

- “Huis van het Kind” : het nieuw decreet zal snel in beleid omgezet worden.

- kinderopvang:

- het creëren van bijkomende plaatsen, bij voorkeur door privaat initiatief.

- het maximaal bekomen en benutten van gesubsidieerde plaatsen

- het aanmoedigen en faciliteren van private initiatieven (onthaalmoeders)

- voorrang voor tweeverdieners, werkenden en eigen inwoners voorzover decretaal mogelijk.

- infrastructuur Kortjakje: uitbreiden (+ 18 kinderen)

- er zal overleg gepleegd worden met Kind en Gezin en Kind en Preventie met het oog op een taalbeleid in de crèches en bij de preventie.

- de buitenschoolse kinderopvang verruimen.

29.b – Jeugd

Het beleid wil zich focussen op de volgende items:

- doelgroepenwerking verderzetten en sensibiliseren naar verzelfstandiging.

- één centrale uitleendienst creëren

- de cultuurparticipatie bij de jeugd verhogen.

- Realisatie van idee van “Fuifloket -coach -koffer -handboek” in het kader van “Leeuw leeft”

- ondersteuning van jeugdverenigingen (o.a. herlocalisatie KLJ Vlezenbeek en Chiro Negenmanneke)

30. OCMW

Het OCMW werkt actief mee aan het Vlaams beleid, zoals uitgewerkt door de gemeente. Doelstelling is dat het OCMW steeds het Nederlands gebruikt als communicatietaal (eventueel met pictogrammen en begeleiding naar aanleren Nederlands – cfr Halle).

Het OCMW werkt actief mee aan inburgering en integratie, en activering o.m. door het uitwerken van individuele trajecten met trajectbegeleiding.

Leefloners worden steeds actief naar aangepast werk begeleid. Indien nodig wordt hiervoor toepassing gemaakt van art 60 (§7) van het OCMW-decreet. Hierbij wordt werkervaring en kennis van het Nederlands actief bevorderd en in de indiviuele trajecten opgenomen. Het OCMW zorgt ervoor dat voldoende lessen Nederlands worden aangeboden, op maat van de betrokkenen. Sociale tewerkstellingsprojecten worden bij het opdoen van werkervaring ingeschakeld.

Het OCMW wil preventief screenen bij ouderen en chronisch zieken die nood hebben aan trajectbegeleiding en zal de huidige dienstverlening hieromtrent verder zetten.

De globale dienstverlening voor ouderen wordt vergezet: maaltijden, thuiszorg en faciliteren van mantelzorg.

De samenwerking tussen OCMW en gemeente wordt uitgediept, o.m. door integratie van (ondersteunende) diensten, zoals aankoopdienst of personeelsdienst, zodat meer algemeen punten van dubbele werking verdwijnen.

Voor het “Sociaal Huis” wordt een nieuwe locatie gezocht.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?