OPWIJK - Vijf jongeren uit Opwijk hebben zich voor de correctionele rechtbank van Brussel moeten verantwoorden voor de gewelddadige diefstal op een kelner van het Brouwershuis. Het kwintet wordt ervan verdacht de 60-jarige Albert B. te hebben neergeslagen en van zo’n 1.400 euro te hebben beroofd. De verdachten schuiven de schuld af op twee minderjarige Turken, die niet voor de correctionele, maar voor de jeugdrechtbank verschijnen.
In de nacht van 29 op 30 juni 2009 werd de kelner door een groepje jongeren beroofd van het geld dat hij op zak had. De zestiger kreeg enkele rake klappen te verwerken en was een tijdje werkonbekwaam. Aanvankelijk leken de daders aan de dans te ontsnappen, totdat een verdachte van een reeks gewelddadige handtassendiefstallen werd opgepakt. Die werd op de rooster gelegd en gaf de politie nuttige informatie over de overval op de kelner.De vijf jongeren die voor de rechtbank moeten verschijnen geven toe aanwezig te zijn geweest toen de kelner werd beroofd, maar verklaren dat het de twee minderjarige Turken waren die de kelner neersloegen en hem het geld ontvreemden.
“Mijn cliënt was inderdaad in de buurt van de feiten, maar heeft zelf niets gedaan”, zegt advocate Kelly Bosmans. “Hij kreeg na de overval zijn deel van de buit, maar dat was eigenlijk zwijggeld van die twee minderjarigen. Het is niet voor niets dat een van de beklaagden bij de eerste verhoren de naam van de twee Turken niet vernoemde, uit vrees voor represailles, want die jongens hebben al heel wat op hun kerfstok.” De jongste beklaagde, Michael L., werd de dag na de gewelddadige diefstal meerderjarig, waardoor hij van de correctionele rechtbank geen straf kan krijgen voor de feiten. Hij riskeert wel een straf voor de inbraak die hij pleegde in de Maria-Assumptaschool aan het Heiveld, waarbij een laptop, een cd-speler en geld werd gestolen. De jongeman geeft de inbraak toe, maar ontkent geld te hebben gestolen uit de school.Omdat de openbare aanklager op het laatste moment moest worden vervangen, vorderde het openbaar ministerie ‘straffen die evenredig zijn aan de zware feiten.’ Veel meer kon de procureur niet aan zijn betoog toevoegen, omdat hij onvoldoende tijd had gehad om het dossier in te kijken. De rechter velt begin februari zijn vonnis.