VLAAMS-BRABANT - In nieuwe richtlijnen van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) staat om op nieuwe projecten of grondige renovaties van gewestwegen geen verlichting meer te voorzien tenzij daar goede redenen voor zijn. Het Slechtzienden en Blinden Platform Vlaanderen vzw (SBPV) waarschuwt dat het wegvallen van deze verlichting gevolgen heeft voor vooral slechtziende mensen, een niet te onderschatten aantal personen dat onvermijdelijk toeneemt met de vergrijzing van de bevolking.
Verlichting als oriëntatie
“Slechtziende voetgangers gebruiken de straatverlichting heel vaak als oriënteringsmiddel. Ze richten zich op de lichtbundels om zelfstandig op hun bestemming te kunnen geraken. Straatverlichting laat hen bovendien toe hun resterende gezichtsvermogen maximaal aan te wenden, wat hun veiligheid en die van de andere weggebruikers ten goede komt. Voor slechtziende mensen die langs een secundaire weg wonen, -versnipperde bewoning en lintbebouwing zijn nu eenmaal eigen aan Vlaanderen-, stelt zich dus duidelijk een probleem bij de invoering van het nieuwe lichtplan”, zegt Ria Decoopman, woordvoerder van het SBPV. “Langs heel wat gewestwegen zijn bovendien bushaltes. Doordat mensen met een visuele beperking voor hun mobiliteit hoofdzakelijk zijn aangewezen op het openbaar vervoer, is het van essentieel belang dat niet alleen de stopplaatsen voldoende verlicht worden, maar ook de wegen die er naartoe leiden.”
Aandacht
Het SBPV vraagt de beleidsmakers in het kader van het nieuwe lichtplan rekening te houden met de noden van de slechtziende weggebruiker. Bij de aanleg of vernieuwing van secundaire wegen blijft het belangrijk voldoende verlichting te voorzien op plaatsen waar slechtziende voetgangers zich begeven. Een inclusieve samenleving waar ook slechtziende burgers zich autonoom kunnen verplaatsen, is immers batig én veilig voor iedereen.
Lees ook : Richtlijnen om uniformer te verlichten op gewestwegen klaar