HALLE - De reuzen van Halle, Reus Vaantjesboer, Reus Parapluke en de Reuzen van de Stieweg hebben grote ambities: ze willen erkend worden als immaterieel cultureel erfgoed. Daarvoor dienen ze op 15 mei een aanvraag bij de Vlaamse Gemeenschap.
Dat doen ze niet alleen: ook honderden andere reuzenverenigingen uit heel Vlaanderen dragen hun reuzen voor. ‘Het zou een zeer grote blijk van erkenning zijn als onze reuzencultuur opgenomen zou worden op de Inventaris voor Immaterieel erfgoed en het spreekt voor zich dat wij met onze gilde/groep/vereniging deze aanvraag mee ondersteunen’, aldus Johan Vencken, president van de Confrérie van de Vaantjesboer, “we wijzigden zelfs onze statuten in het zicht van deze landelijke aanvraag. Zo is het hoofddoel van de Confrérie het promoten en bewaren van het Halse reuzenerfgoed en daaraan gekoppeld de Halse volkscultuur. We zullen ons dus vanaf nu nog meer profileren als de Halse reuzengilde”.
‘Zo’n uitgebreid dossier is ongezien in Vlaanderen’ zegt Johan Vencken, tevens voorzitter van Reuzen in Vlaanderen vzw. ‘We werken met Reuzen in Vlaanderen al 5 jaar aan een plan om reuzengroepen beter te doen samenwerken bij het doorgeven van hun tradities. We krijgen daarvoor hulp van de erfgoedorganisatie LECA. Gaandeweg groeide het plan om alle reuzen te laten erkennen als immaterieel erfgoed. Jong of oud, mooi of lelijk, gedragen of op wielen, dat doet er allemaal niet toe. Al die reuzen maken deel uit van de reuzencultuur in Vlaanderen, die inmiddels al meer dan vijf eeuwen bestaat.’
Of de Halse reuzen samen met hun collega’s in Vlaanderen in hun opzet zullen slagen, weten we in binnen enkele maanden. ‘De eindbeslissing ligt bij minister Sven Gatz’, zegt Vencken nog. ‘Hopelijk ziet hij hoeveel mensen achter dit dossier staan. Samen met de reuzengemeenschap in Vlaanderen zullen we ons alleszins voor de volle 100% inzetten om ons doel te bereiken’.