Van maandag tot en met vrijdag is de Don Bosco-school in Halle het speelterrein van een dertiental jonge wielertalenten. De aspiranten en miniemen trainen er een week lang op techniek en conditie. Maar ze leren ook hoe ze gezond en veilig moeten fietsen. De stage is een resultaat van een samenwerking tussen de sportdienst van Halle, Cureghem Sportief en Vlaams-Brabantse afdeling van de Wielerschool.
“Al meer dan tien jaar organiseren we deze stage”, vertelt Ingrid Mekers van de Vlaamse Wielerschool. “We willen ze hier vooral een aantal technieken aanleren. Dat doen we steeds tijdens de voormiddag op de speelplaats. Het gaat dan over de bochtentechniek, starten en stoppen of omgaan met een smalle doorgang. Tijdens de namiddag wordt er dan een fietstocht gemaakt waar we dan, begeleid door een volgwagen, gaan oefenen op trapfrequenties en sprintjes. Dat zijn al de meer competitiegerichte vaardigheden.”
’s Ochtends zitten de jongeren steeds tussen 9u en 12u op de fiets. Tijdens de namiddagsessie wordt er tussen 13u en 15u tijd doorgebracht op de trappers. Daartussen volgt er steeds een infocursus van een uur waar de jonge renners uitleg krijgen over specifieke aspecten van de wielersport. Het gaat dan over het onderhoud van de fiets, gezonde voeding en dergelijke.
Talent
De kinderen die deelnemen aan de stage zijn tussen de elf en de veertien jaar oud en allemaal even gepassioneerd door de wielersport. “In deze leeftijdscategorie is het nog moeilijk om te zeggen wie later top gaat zijn. Ze moeten allemaal nog groeien, in deze reeksen gebeurt alles nog op een speelse manier. Het is wel belangrijk om die technische vaardigheden al op jonge leeftijd aan te leren”, zegt Ingrid Mekers.
Normaal is de stage enkel toegankelijk voor renners tussen twaalf en veertien jaar. “Maar we kregen ook een aantal aanvragen van elfjarigen dus hebben we de leeftijdsgrens gewoon verlaagd. Alle oefeningen passen we aan, aan het niveau van de deelnemers. Als sommigen even niet mee kunnen op de hellingen dan wachten we gewoon even. Het is ook geen koers, het is een training. Iedereen moet iets kunnen leren”, besluit Ingrid Mekers.