“Ik ben een kind van de streek”

Ben Weyts (N-VA) kent een drukke agenda. Hij is Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn. Een tijdje geleden werd hij zelfs onwel tijdens een plenaire zitting in het parlement. Nu hij helemaal hersteld is, maakte Weyts graag tijd om met Persinfo te spreken.

U heeft het waarschijnlijk druk, heeft u tijd voor hobby’s?

Jazeker, ik ben Anderlecht supporter. Dus als ik tijd heb, ga ik graag kijken naar een wedstrijd. De laatste seizoenen draait het niet super, dus ik hoop dat ze eens uit het dal klimmen. Vooral de verdediging baart mij zorgen. Hoe ze Deschacht behandeld hebben, vind ik te banaal. Dat gokken was waarschijnlijk voor de kick. 

Even over uzelf. Hoe bent u eigenlijk in de politiek gerold?

Ik kom niet echt uit een politiek nest. Bij ons thuis was dat niet een gespreksonderwerp aan tafel. Ik las vroeger vooral de sportpagina’s in de krant. Na een tijdje begin je ook dat eerste stuk van de krant te lezen. Zo kwam ik in aanraking met de politiek. Op mijn tien of elf jaar heb ik ook het ‘verkeerde boek’ in handen gekregen. Dat was ‘Vertel eens wat over Vlaanderen’ van Cyriel Verleyen. Dat boek heeft me zo aangegrepen. Die dingen maken de opstelsom van waar ik nu sta.

En wanneer kwam de echte klik er dan voor u om iets in de politiek te doen?

Eigenlijk was mijn grootste ambitie om fractiemedewerker te worden in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. En dat werd ik vrij snel. Ik vind het een zeer nobel ambt en heb het ook zéér graag uitgeoefend. Pas later is echt de ambitie gekomen om parlementslid te worden. Voor mij was Kamerlid het hoogst haalbare. Wat daarna van mij geworden is, tja, daar ben ik eigenlijk niet zoveel mee bezig geweest.

Hoe ziet een normale dag er voor u uit?

Ik begin mijn dag meestal met de kinderen naar school te brengen. Vandaar rij ik rechtstreeks door naar Brussel. Dan begint vaak een vrij hectische dag, met afspraken allerhande. Ik ben vooral veel op het terrein, ter plaatste. Gemiddeld ben ik toch op drie locaties over heel Vlaanderen en dus ben ik lange tijd onderweg. Gelukkig kan ik kan goed werken in de wagen.

U bent Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn. Is er een bevoegdheid die u liever doet dan een andere?

Het is natuurlijk cliché om te zeggen dat het niet zo is. Het leuke aan mijn job is toch wel de variatie, dat maakt de hele dag ook boeiend. Ik ben niet jaloers op Hilde Crevits die één zware, grote bevoegdheid heeft (Onderwijs). Ik kan bijvoorbeeld ’s ochtends bezig zijn met biggencastratie en nadien over de promotie van eten en drinken. Toerisme is bijvoorbeeld ook een zeer leuke bevoegdheid om erbij te hebben. Als ik er één moest schrappen? Ik zou het echt niet weten.  

België kampt met een groot fileprobleem. Gemiddeld staan we 21uur per jaar in de file en dat blijft alsmaar stijgen. Wat wil u daaraan doen?

Als er één mirakeloplossing is, dan is het wel investeren. Dat gebeurt in zowel werkinfrastructuur als alternatieven. We hebben nu een werkplan waarin we tussen 2017 en 2019, 5,8 miljard euro uittrekken voor Mobiliteit, waarvan 2,7 miljard in weginfrastructuur. We hebben nog nooit zo’n hoog cijfer gehaald. Vooral de Ring rond Antwerpen en Brussel wordt stevig aangepakt.

Verder willen we ook investeren in alternatieven, zoals de waterwegen. Tachtig procent van onze ondernemingen situeert zich op een afstand van 10km of minder ten aanzien van een bevaarbare waterweg. In de loop van de 19e en 20ste eeuw hebben we letterlijk onze rug gekeerd naar dat water. Nu is het tijd om opnieuw dat gezicht te keren en de voor- en achterdeur van plaats te verwisselen. Bedrijven klagen vaak over de file aan hun voordeur, terwijl ze vaak een boulevard aan ruimte hebben aan hun achterdeur.

Hou je rekening met hoe mensen je bekijken, je imago?

Nee niet echt. Na de onderhandelingen rond BHV kreeg ik zelf de bijnaam ‘Ben Laden’. Dat vond ik zelf grappig. Waar ik mij wel aan erger, is de hufterigheid op sociale media. Waar mensen heel dapper zijn van achter het klavier. Die internethelden slingeren dan de grootste beledigingen naar je hoofd. Daar kan ik nog tegen. Maar mijn oudste zoon is nu negen jaar en ik vind het zeker niet leuk als hij zoiets te lezen krijgt over zijn papa. 

Wanneer kwam je in het Pajottenland terecht?

Ik ben geboren in Leuven, maar mijn ouders zijn in Dworp komen wonen in mijn geboortejaar. Daarvoor woonden ze in Buizingen, dus ze zijn het hier ook gewoon. Ik ben een kind van deze streek. Ik ben hier geboren en getogen. In mijn jeugd volgde ik hier school. Mijn hele leven ligt hier eigenlijk. Na mijn studies in Gent, ben ik daar ook even blijven hangen. Maar wonen in zo’n stad, dat is echt niet aan mij besteed.

Wat is je favoriete plek in de streek?

Het Hallerbos vind ik fantastisch. Op zondagmorgen daar gaan lopen is echt ongelooflijk. Zeker nu in de lente, wanneer het bos begint te geuren. In de zomer zie je soms ook wel een wild dier. Dat is voor de kinderen altijd leuk.  Het bos bestaat ook uit vier valleien. Als je dan gaat lopen is het altijd stijgen of dalen, dus dat is wel plezant. Ook voor de uitzichten is het geweldig. 

Als u later met pensioen gaat, wat zal u dan doen?

Geen flauw idee, ik ben er eigenlijk nog niet mee bezig. Misschien dat ik iets in de privé gaan doen ofzo. Één ding weet ik zeker: stil zitten is helemaal niets voor mij. Ik zie mezelf eigenlijk niet met pensioen gaan. Pas op, ik sluit niet uit dat ik ooit stop met politiek. Maar zo echt niets doen, nee dat niet.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?