Rechtbank ziet onrechtmatige onderzoeksdaden van BBI door de vingers

BRUSSEL - De correctionele rechtbank heeft een goudhandelaar veroordeeld voor gesjoemel met de boekhouding. De verdediging haalde tijdens het proces aan dat de hele strafvordering nietig moest worden verklaard omdat inspecteurs van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) onwettige observaties hadden uitgevoerd, maar daar ging de rechter niet op in.

Volgens de advocaat van de goudhandelaar ging het strafonderzoek van het Brussels parket van start nadat enkele inspecteurs van de BBI dagenlang voor het kantoor van de goudhandelaar hadden postgevat om na te gaan hoeveel klanten er over de vloer kwamen. "Als de politie op die manier observaties wil uitvoeren, heeft ze daar de voorafgaandelijke toestemming van een magistraat voor nodig", pleitte advocaat Johan Scheers tijdens het proces. "Het kan niet dat de BBI dergelijke bijzondere opsporingsmethodes op eigen houtje zou mogen toepassen, zonder enige vorm van controle."

De rechter boog zich over de zaak, maar was van oordeel dat de strafvordering niet nietig was. “Uit de informatie van de BBI kan de rechtbank niet afleiden hoeveel dagen de observaties hebben plaatsgevonden. Aangezien het onrechtmatig bewijs dat voortvloeit uit de observaties zeer beperkt en slechts bijkomend is, is de strafvordering niet nietig.

De goudhandelaar en zijn partner kregen elk 1 jaar cel met uitstel en een effectieve boete van 2.000 euro. Hun BVBA werd veroordeeld tot een boete van 3.000 euro.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?