HEIKRUIS - Een koppel veehouders uit Heikruis heeft zich voor de correctionele rechtbank van Brussel moeten verantwoorden voor verschillende feiten van dierenverwaarlozing tussen 2011 en 2013. De man en de vrouw kregen bij een eerdere veroordeling al een beroepsverbod opgelegd, maar het landbouwbedrijf kwam op de naam van de hoogbejaarde moeder van de vrouw te staan en maakte een doorstart. Het openbaar ministerie eist een zware geldboete voor de recidivisten.
Inspecteurs van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid en de Inspectie Dierenwelzijn namen sinds 2006 bij verschillende controles al meer dan 600 dieren in beslag op de boerderij in Heikruis. De uitbaters werden in twee jaar geleden door het hof van beroep veroordeeld tot een beroepsverbod voor feiten van dierenverwaarlozing in de periode 2005-2008. Bij controles in de jaren nadien bleek dat er nog steeds dieren werden gehouden op de boerderij en dat alles nog steeds gebeurde in zeer erbarmelijke omstandigheden. “De dieren waren bijzonder verwaarloosd en de stallen waren niet onderhouden”, sprak de openbaar aanklager. “De beesten kregen geen medische zorgen en de adviezen van de dierenarts werden niet opgevolgd. Bij de controles werden ook verschillende karkassen aangetroffen van dode dieren.”
De beklaagden gaven toe dat er in het verleden veel problemen waren geweest met onder andere de hygiëne, maar probeerden de rechtbank aan te tonen dat hun boerderij nu wel in orde is met alle voorschriften. Ze hopen om terug hun landbouwactiviteiten te kunnen hervatten, maar door het eerder opgelegde beroepsverbod is dat niet meer mogelijk. Alle bedrijfsactiviteiten staan sinds de veroordeling op de naam van de moeder van een van de beklaagden, maar de hoogbejaarde vrouw werd niet vervolgd voor de dierenverwaarlozing. “Tijdens de verhoren bij de politie gaf de vrouw toe dat ze al stroman was opgetreden, zodat het koppel de boerderij kon blijven uitbaten.”
Het vonnis valt op 25 april.