De lokale politie van Beersel kreeg woensdagavond het wel heel merkwaardige telefoontje dat er een doodskist met een overleden vrouw in een garage van een woning in Alsemberg zou staan. Aangekomen bij het betreffende huis bleek het helemaal niet om een flauwe mop te gaan, maar wel om een tijdelijke oplossing van een beginnend zelfstandig begrafenisondernemer. "Het lichaam zou de dag er op begraven worden en om 's ochtends zeker op tijd bij de kerk aan te komen was ik de kist 's avonds 15 kilometer verderop gaan halen bij een bevriend begrafenisondernemer die een koelruimte heeft," zegt Jan. "Ik was er nog geen half uurtje met het lichaam thuis of de politie stond al voor mijn deur en ze wisten exact waar ik gezeten had. Ik vermoed dat een concurrerende begrafenisondernemer hen getipt heeft."
De agenten keken verbaasd op van hun vondst en stelden een proces-verbaal op wegens inbreuken op de begrafeniswetgeving, vervolgens vroegen ze Jan om het lichaam voor de nacht over te brengen naar het dodenhuisje in Dworp. "Ik heb onmiddellijk gedaan wat de agenten mij vroegen, maar eigenlijk deed ik helemaal niets fout", zegt Jan. "Het is immers wettelijk toegestaan om een lichaam 48 uur bij derden te bewaren. Karel Van Miert lag toch ook een tijd in het gemeentehuis van Beersel opgebaard voor de laatste groet. Dat leek toen de normaalste zaak van de wereld, en ik zie helemaal geen verschil met wat ik deed."
De begrafenis van de vrouw kon donderdagochtend gewoon doorgaan onder leiding van Jan. Volgens Jan was de familie van de vrouw helemaal op de hoogte van de manier van werken. "Ze wisten dat ik nog maar pas zelfstandig ben en kenden mij goed van toen ik nog bij een andere begrafenisonderneming werkte", zegt Jan. "De familie vindt de heisa die hierover gemaakt wordt helemaal niets en wil gewoon rust tijdens de rouwperiode", zegt Jan.
Ondanks het tumult wil Jan zijn carrière als zelfstandig begrafenisondernemer zeker niet laten varen. "Ik heb al een tijdje geleden alle aanvragen ingediend om een funerarium te mogen bouwen", zegt hij. "Het is wachten op een antwoord van de gemeente. Ik geef zeker niet op en wil mijn droom blijven waarmaken."